Excel les 1 Sommen maken

1 / 16
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Studieplanner
  • De studieplanner staat in Learnbeat.
  • Je huiswerk komt ook in Magister te staan. Kijk voor wat je moet maken dus ALTIJD naar de vorige week! 

Slide 2 - Slide

Waarom leer je werken met Excel?
  • Met Excel kan je geldzaken bijhouden. 
  • Daarnaast kun je Excel gebruiken om diagrammen te maken.
  •  Excel wordt gebruikt om data overzichtelijk te maken en er mee te kunnen werken. 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Na deze les:
  • heb je geleerd wat een Excel spreadsheet is;
  • heb je geleerd hoe je berekeningen kunt uitvoeren;

Slide 4 - Slide

Waardes invoeren
Bij de start van Excel zie je allemaal vakjes. Deze heten cellen.
Allemaal cellen onder elkaar heten een KOLOM (A t/m Z).
Allemaal cellen naast elkaar noemen we een RIJ (1 t/m 100).
Kolommen en rijen kun je groter of kleiner maken.

Waardes kun je invoeren door op een cel te klikken en te typen.

Slide 5 - Slide

Hoeveel kolommen en hoeveel rijen zijn er?

Slide 6 - Open question

Op welke twee manieren kun je kolommen en rijen groter of kleiner maken?

Slide 7 - Open question

Opdracht 2 en 3
timer
0:25

Slide 8 - Slide


Hoe is het gegaan?
110

Slide 9 - Poll

Welke drie dingen heb je onthouden van Excel?

Slide 10 - Open question

Wat vond je lastig?

Slide 11 - Open question

Berekeningen maken
  1. Kijk welke gegevens je nodig hebt.
  2. Wat wil je met deze gegevens doen: optellen (+), aftrekken (-), vermenigvuldigen (*) of delen (/)? 
  3. Een berekening begint altijd met "=". Nu weet Excel dat er een berekening moet worden uitgevoerd.

Slide 12 - Slide

Berekeningen maken (2)
Stel: je wil het verschil berekenen tussen cel A en B.
Ga in een andere cel staan en typ: =A1-B1
En klik op ENTER.

Slide 13 - Slide

Slim rekenen met Excel

Slide 14 - Slide

Functies
Tot nu toe heb je steeds handmatig sommen ingevuld.
Je kunt echter ook slimme functies gebruiken.
Tip: probeer ipv SOM eens GEMIDDELDE te gebruiken
<- handmatig
slimme functie ->

Slide 15 - Slide

Opdracht 2 Hoeveel schermtijd heb jij per dag?
Schrijf van jezelf en vijf klasgenoten de schermtijd onder elkaar in een tabel (kolom A namen en kolom B schermtijd in uren).
  1. Bereken in een cel de totale schermtijd met een slimme functie.
  2. Bereken in een cel de gemiddelde schermtijd met een slimme functie.

Slide 16 - Slide