Didactiek 4.7.

Didactiek 4.7.
Hoofdstuk 8: Beroep en organisatie
Paragraaf 8.3: Zorg voor kwaliteit

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DidactiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Didactiek 4.7.
Hoofdstuk 8: Beroep en organisatie
Paragraaf 8.3: Zorg voor kwaliteit

Slide 1 - Slide

Vang de bal
  • Wat is het doel van intervisie?
  • Wat houdt de incident methode in? 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 4.7.
  • De student neemt kennis van de wet kinderopvang en de wet primair onderwijs
  • De student weet dat er een onderwijsinspectie bestaat dat de inspectie ervoor zorgt dat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd wordt
  • De student weet hoe hij als onderwijsassistent een bijdrage kan leveren aan de kwaliteitszorg op een basisschool 






Paragraaf 8.3.

Slide 4 - Slide

Wat weet je al over de wet kinderopvang en de wet van primair onderwijs?

Slide 5 - Mind map

Wet kinderopvang en wet primair onderwijs
De wetten die van toepassing zijn op de kinderopvang en het primair onderwijs, leggen vast welke eisen er gesteld worden aan de kwaliteit van de opvang en het onderwijs. 

Slide 6 - Slide

Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg heeft als doel om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van afspraken over de kwaliteit, het evalueren van het onderwijs en het bijsturen waar nodig. 

Slide 7 - Slide

Lesopdracht kwaliteitszorg
  • Geef een tip en een top over het onderwijs op Curio Onderwijsassistent. 
  • Bedenk ook voor jezelf waarom je deze tip en top geeft.
  • Hoe gaat dit bijdragen aan de kwaliteit van ons onderwijs?

Slide 8 - Slide

Rol van de onderwijsassistent
Als onderwijsassistent kun je een bijdrage leveren aan de kwaliteitszorg door bijvoorbeeld het signaleren van knelpunten en verbeterpunten en het meedenken over oplossingen. 

Slide 9 - Slide

Werken met protocollen 
  • Protocollen: stappenplan waarin omschreven staat hoe te handelen in een bepaalde situatie. 
  • Door te werken met protocollen zorgt iedereen in de organisatie de kwaliteit levert die nodig is. 
  • Sommige protocollen zijn vanuit de wet verplicht, andere kunnen opgesteld worden omdat dat de vraag van ouders of de organisatie is. 

Slide 10 - Slide

Bespreken
Welke protocollen ken je of heb je
gezien/gehoord op stage?

Slide 11 - Slide

Meldcode en VOG
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is ingevoerd sinds 2013. Hierin staat middels een stappenplan wat te doen bij vermoeden kindermishandeling en/of huiselijk geweld. 

  • https://www.augeo.nl/nl-nl/themas/meldcode/

VOG/school stage 




Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat zie je in een organogram?
A
Een grafiek van de omzet
B
De hiërarchie van een organisatie
C
Een plattegrond van het kantoor
D
Een tijdlijn van het bedrijf

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een arbeidsvoorwaarde?
A
Een kantoor delen
B
Vakantiedagen krijgen
C
Een bedrijfswagen hebben
D
Thuiswerken

Slide 15 - Quiz

Waarom gebruik je een protocol?
A
Om snel resultaat te behalen
B
Om creativiteit te stimuleren
C
Kwaliteit zorg te waarborgen
D
Om kosten te besparen

Slide 16 - Quiz

Wat zijn mogelijke manieren om met een conflict om te gaan?
A
Samenwerken
B
Compromis sluiten
C
Forceren
D
Toegeven

Slide 17 - Quiz

Wat betekent PDCA?
A
Product-Design-Create-Approve
B
Process-Data-Collect-Analyze
C
Plan-Do-Check-Act
D
People-Develop-Coordinate-Assess

Slide 18 - Quiz

Wat kun je nu gaan doen? 
Je kunt verder met het afronden van je einddossier.
  • Vraag feedback aan mij of aan je medestudenten.
  • Bekijk nog eens goed de feedback van periode 3.
  • Klaar? Aan de slag met een ander vak.

Deadline: 

Week 1 
Schriftelijke rapportage
Week 2
Casus conflicthantering
Week 3 
Organogram stage
Week 4
Reflectie intervisie 

Slide 19 - Slide

Feedback! Geef een tip en een top!

Slide 20 - Open question