Kommagetallen.

Kommagetallen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Kommagetallen

Slide 1 - Slide

Vandaag:
-Decimalen/kommagetallen
- Afronden
- Gemiddelde
-Breuken op de rekenmachine

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan
bij decimalen?

Slide 3 - Mind map

Decimalen

Slide 4 - Slide


Decimalen zijn dus getallen achter de komma. 

Je kent die het best van geld: €2,35 heeft dus twee decimalen.  
3 tienden 0,3 en 5 honderdsten 0,05 :  Vijfendertig honderdsten 
Er wordt vaak gevraagd om af te ronden op één 0,0 of een aantal decimalen 0,00. 

103
1005

Slide 5 - Slide

Zo kan de waarde van de getallen verschillend zijn
0,1 is dus          van het de waarde voor het decimaal/komma.

Bijvoorbeeld 1,1 ton euro dan heb je 1 ton euro en          deel van een ton euro. 
Dus 1 ton euro gedeeld door 10= 
Totaal is dan?
101
101

Slide 6 - Slide

Afronden van decimalen
Tot en met 4 rond je af naar beneden.
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
5,43 ------ 5,4
Vanaf de 5 rond je af naar boven:
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
en 
5,45 ------5,5

Slide 7 - Slide

Niet doen:
Twee keer afronden:
Als 5,546 afgerond moet worden op 1 decimaal kijk
je alleen naar de 4 en wordt het dus 5,5.

en dus niet eerst 5,55 van maken en dan 5,6.

Slide 8 - Slide

Rond 6,4568 af op 2 decimalen
A
6,45
B
6,40
C
6,57
D
6,46

Slide 9 - Quiz

Logisch afronden
Bij sommige vragen gaat het net even anders:
Studenten gaan naar Walibi.
Er gaan 318 studenten mee in bussen. Hoeveel bussen moeten er worden geregeld? 


Slide 10 - Slide

Afronden van geld.
Bij geld zijn er andere regels. 
€5,33 wordt bijvoorbeeld €5,35
en 
€10,47 wordt €10,45

Slide 11 - Slide

Welke getal ligt er precies tussen 5 en 10? max. 1 decimaal.

Slide 12 - Open question

Wat is het gemiddelde van de getallen 4, 6, 10 en 8
A
6,5
B
7,5
C
7
D
6,25

Slide 13 - Quiz

Gemiddelde uitrekenen:
Alle getallen bij elkaar optellen en delen door het aantal getallen:
4 , 6, 10, 8 opgeteld maakt 28 gedeeld door 4 = 7.

Slide 14 - Slide

Breuken op de rekenmachine.


Van breuk naar decimaal getal is teller gedeeld door noemer,
in dit geval: 2 gedeeld door 5 = 0,4

Dat kan met elke breuk. Het is handig om sommige breuken als decimaal getal te kennen.
52

Slide 15 - Slide

Schrijf als decimaal getal
41
A
0,4
B
0,25
C
0,2
D
0,50

Slide 16 - Quiz

Schrijf als decimaal getal
1002
A
0,20
B
0,02
C
0,05
D
0,025

Slide 17 - Quiz

Schrijf als decimaal getal
83
A
0,375
B
0,24
C
0,3
D
0,25

Slide 18 - Quiz

Huiswerk doen:
Kommagetallen toets niveau 2
Bij score toets niveau 3 

Volgende les paragrafen niveau waar je bent geëindigd. 

Slide 19 - Slide