Bijvoeglijk naamwoord 2

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

schrijf de bijvoeglijke naamwoorden op. 

Slide 3 - Slide

De anonieme kaart met roze briefpapier werd verstuurd.

Slide 4 - Open question

De grote supermarkt verkoopt lekker eten.

Slide 5 - Open question

Hij morst warme chocolademelk over het witte vloerkleed.

Slide 6 - Open question

De jonge hond speelt graag met de groene bal.

Slide 7 - Open question

Pieter had een prachtig uitzicht, nadat hij de hoge berg had beklommen.

Slide 8 - Open question

Mijn oude oma kan mooie sjaals breien.

Slide 9 - Open question

Silke houdt van hartige taart en zoete drop.

Slide 10 - Open question

Ik heb de gekste en de grappigste opa van de hele wereld.

Slide 11 - Open question

De leerling heeft hoge cijfers op haar indrukwekkende rapport staan.

Slide 12 - Open question

mijn moeder is een zorgzame vrouw

Slide 13 - Open question

Tot zijn grote verbazing werd Ronald verkozen tot beste bakker.

Slide 14 - Open question

Onze rijke buurman is weggereden in zijn dure Ferrari

Slide 15 - Open question

Thomas verstopt zich altijd in de geheime hut

Slide 16 - Open question

De snelle wielrenner maakte een harde val op de weg.

Slide 17 - Open question

Na een stressvolle autorit zijn we gearriveerd.

Slide 18 - Open question

Sanne heeft een geel T-shirt en een rode rok gekocht.

Slide 19 - Open question

De vrolijke postbode bezorgt een breekbaar pakket

Slide 20 - Open question

Ik gaf mama een stevige knuffel en een dikke zoen.

Slide 21 - Open question

Het lelijke schilderij hing aan de witte muur.

Slide 22 - Open question

De drukke kinderen dansen op vrolijke muziek.

Slide 23 - Open question