43: schwänzen+ Sehen+Lesen+Sprechen

Woche: dreiundvierzig
Lernziele für heute:
1. Was ist Schwänzen?
2. Wie benütze ich ein Wörterbuch?
3. Diskutieren über welche Gründe es gibt für Schwänzen.
Hausaufgaben:
Keine

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woche: dreiundvierzig
Lernziele für heute:
1. Was ist Schwänzen?
2. Wie benütze ich ein Wörterbuch?
3. Diskutieren über welche Gründe es gibt für Schwänzen.
Hausaufgaben:
Keine

Slide 1 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
29 Punkte
1. box: - (nederlands)
            - d....../jen......
            - ein......./ihr......
2. kolom: - vertaling naamwoorden
                - M/V/O/MV
3. regel: a. voorzetsel? = 3e of 4e nv
              b. ontleden? = 1e, 3e of 4e nv
11 Punkte

Slide 2 - Slide

A
vertaling van Duits naar Nederlands
alfabet
B
woorden met dubbele betekenis
voorbeeldzinnen
C
afkortingen
alfabet
D
vertalen naar de Duitse meervoudsvorm
die + (2e/ mv uitgang)
E
betekenis van spreekwoorden
zelfstandig naamwoord
F
lidwoord bepalen
laatste woord
G
naamvallen
stappenplan
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 3 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Keine

Slide 4 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
1. Was ist schwänzen?

Slide 5 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was






: Video anschauen und die folgende Frage beantworten:
1. In welke klas (volgens het Nederlandse systeem) begon Falke met spijbelen?
2. Met welk cijfer in Nederland is een 5 in Duitsland te vergelijken?
3. In welke 5 vakken spijbelde hij?
4. Wat is het probleem van spijbelen? 
5. wat betekent "Knast"?







Slide 6 - Slide

4

Slide 7 - Video

00:44
1. In welke klas (volgens het Nederlandse systeem) begon Falke met spijbelen?
2. Met welk cijfer in Nederland is een 5 in Duitsland te vergelijken?

Slide 8 - Open question

01:40
In welke 5 vakken spijbelde hij? Geef de Nederlandse vertaling.

Slide 9 - Open question

03:08
Wat is het probleem van spijbelen?

Slide 10 - Open question

03:48
Wat betekent "Knast"?

Slide 11 - Open question

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Lees de vraag vooraf goed en je weet waar je op moet letten!

Slide 12 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
2. Wie benütze ich ein Wörterbuch?

Slide 13 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was

Wie

Wann


: Übersetze die Wörter im Text ins Niederländische
: mithilfe eines Wörterbuches

: Zehn 


Slide 14 - Slide

A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 15 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
3. Diskutieren über welche Gründe es gibt für Schwänzen.

Slide 16 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was

Wie

Wann


: Schreib drei Gründe fürs Schwänzen. 
Fünfzig Wörter Minimum!

:
mithilfe eines Wörterbuches

: Zehn 


Slide 17 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 18 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Deze les leerde je:
  • dat Schwänzen spijbelen betekent;
  • een woordenboek te gebruiken;
  • te discuteren om wel of niet te spijbelen.

Slide 19 - Slide