Personalpronomen Kapitel 1

Personalpronomen Kapitel 1
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Other languagesSecondary Education

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Personalpronomen Kapitel 1

Slide 1 - Slide

Personalpronomen 1, 3,4
Jij bent aardig. 
Ik vind jou aardig.

Ook in het Nederlands hebben we te maken met verschillen, hoewel we met jij en jou dezelfde persoon bedoelen.

Niet zo gek, de talen hebben dezelfde oorsprong

Slide 2 - Slide

Personalpronomen
Allereerst: je moet het schema leren. Leer je dit niet, dan wordt het lastig.

Slide 3 - Slide

Dan het stappenplan
1. staat er een Präposition (voorzetsel) voor dat de nv bepaalt?
2. staat er een werkwoord dat de nv bepaalt?
3. ontleden:
- ow=1e
- lv= 4e
-mv=3e

Slide 4 - Slide

werkwoorden met vaste naamval

Slide 5 - Slide

Heute Abend esse (ik)... mit (jou)...
1. staat er een Präposition (voorzetsel) voor dat de nv bepaalt?
2. staat er een werkwoord dat de nv bepaalt?
3. ontleden:
- ow=1e
- lv= 4e
-mv=3e

Slide 6 - Slide

Ich erzähle (jou)... eine Geschichte.
1. staat er een Präposition (voorzetsel) voor dat de nv bepaalt?
2. staat er een werkwoord dat de nv bepaalt?
3. ontleden:
- ow=1e
- lv= 4e
-mv=3e

Slide 7 - Slide

Meine Mutter hilft..... (mij) mit meinen Hausaufgaben.

Slide 8 - Slide

Fragewörter 
Ook hier naamvallen, als ze verwijzen naar zn.
Mit wem gehen wir zur Schule?
Für we.. ist das Geschenk.

Slide 9 - Slide

Verder de Fragewörter leren!

Slide 10 - Slide

Oefenen
Online 

Slide 11 - Slide

Meervouden ZN

Slide 12 - Slide

Nu
Oefenen online:
Als je hiermee geoefend hebt, dan  mag je iets anders gaan leren/oefenen. Je mag niet je tijd verkletsen/spelletjes spelen enzovoort...

Slide 13 - Slide