beeldaspect kleur

Kleur
Beeldaspect:
Kleur
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kleur
Beeldaspect:
Kleur

Slide 1 - Slide

3. BEELDASPECT KLEUR
Wat is kleur? Hoe zien we kleur?

Slide 2 - Slide

KLEURENLEER

Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleuren in elkaar overlopen.


  • Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel in 1930. Het is samengesteld uit 12 zuivere kleuren.

Slide 3 - Slide

Primaire kleuren
Primaire kleuren= geel, rood en blauw: deze kleuren zijn niet door mengen te verkrijgen.

Slide 4 - Slide

Secundaire kleuren
Secundaire kleuren= kleuren die men verkrijgt door de primaire kleuren in gelijke hoeveelheden, twee aan twee, met elkaar te mengen.

Oranje=rood+geel
Paars= rood+blauw 
 Groen=blauw+geel 


Slide 5 - Slide

Tertiaire kleuren
Tertiaire kleuren=  ontstaat wanneer je een primaire met een secundaire kleur mengt. 
 licht-groen= geel+groen
donker-groen= blauw + groen
licht-oranje= geel + oranje
donker-oranje= rood + oranje
blauw-paars=blauw + paars
rood-paars = rood + paars

Slide 6 - Slide

kleurcontrasten

Slide 7 - Slide

kleur-tegen-kleurcontrast= tegenstelling tussen zuivere kleuren; de kleurwerking wordt meestal als bont en luidruchtig ervaren.Het eenvoudigste kleurcontrast ontstaat is het "kleur-tegen-kleur" contrast. In dit contrast worden de kleuren direct, zonder tussentonen, tegen elkaar gezet. Het sterkste kleur tegen kleur contrast is het contrast tussen de primaire kleuren magenta, geel en cyaan.

Slide 8 - Slide

koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.


koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.


Slide 9 - Slide



Complementair contrast= Tegenstelling tussen kleuren die tegenover elkaar in de kleurencirkel liggen


Slide 10 - Slide


Licht-donkercontrast= Tegenstelling met lichte en donkere kleuren. Zwart en wit vormen het grootste licht-donkercontrast.

Slide 11 - Slide

Verzadigde kleuren/zuivere kleuren= Kleuren in hun zuiverste vorm, pure kleuren; geen vermenging met zwart of wit.
Onverzadigde kleuren= Kleuren gemengd met wit, zwart of grijs; als gevolg daarvan is de kleurkracht afgenomen.

Slide 12 - Slide

Verhelderde kleuren= Kleuren waaraan steeds meer wit is toegevoegd.
Verdonkerde kleuren= Kleuren waaraan steeds meer zwart is toegevoegd.


Slide 13 - Slide

Kleurenfamilie= Een groep kleuren die onderling weinig verschillen; bijv.: kleuren toontrap.


Slide 14 - Slide

Optische kleurmenging= het mengen van kleuren door het oog en niet van tevoren op het palet; bijv. bij pointilleren

Slide 15 - Slide

Dit is een schilderij van Pablo Picasso. Hij maakte dit werk in zijn blauwe periode. In deze periode voelde hij zich verdrietig. Een goede vriend was net overleden en hij mistte zijn thuisland Spanje. Als we kijken naar de voorstelling zien we 3 figuren aan een water staan. Ze staan in een verkleumde houding met de hoofden gebogen. De gezichtsuitdrukkingen zijn somber.
Vormgeving: Het schilderij bestaat uit voornamelijk blauwe kleuren. Als een werk uit vooral één kleur bestaat noemen we dat monochroom. Het blauw in het schilderij is koud. Het blauw samen met het grijs zorgt voor een grauwe sfeer, het zijn vooral onverzadigde kleuren dus niet de primaire kleur blauw maar de zuivere kleur blauw afgezwakt met onder andere zwart en wit. Zwakke kleuren blauw.
Picasso heeft de ellende van deze figuren dus extra versterkt door blauwe en grijze kleuren te gebruiken. Om toch aandacht naar de hoofden, handen en voeten te trekken zijn die ene beetje warm geel gemaakt.

Picasso

Slide 16 - Slide

Om even te laten zien hoeveel invloed kleur heeft op de sfeer of uitstraling van een werk hier hetzelfde schilderij maar dan in het geel. Nu lijkt de vormgeving, de kleur weinig te maken te hebben met de voorstelling.
Geel?

Slide 17 - Slide