Blij, boos, verdrietig, angstig/bang, gefrustreerd, kalm/ontspannen, trots, opgewonden, moe.
Prettig, geprikkeld, woedend.
Niet op je gemak, doodsbang, verbaasd, leuk vinden houden van, hekel hebben aan, walgelijk, geweldig, nieuwsgierig, geïnteresseerd, verdeeld, teleurgesteld, hoop, beschaamd, schuldig, verward, bezorgd, zelfverzekerd.
Eenzaam, verlegen, pijnlijk, vernederd, jaloers, tevreden.
Hebberig, egoïstisch, gul, boosaardig, afgewezen, buitengesloten, haatdragend, vergevingsgezind.