2122 (3V) Alkenen, Alkynen en halogenen

Organische chemie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Organische chemie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Alkanen (alleen enkele binding in de koolstofketen)
Alkenen (een dubbele binding in de koolstofketen)
Alkynen (een drievoudige binding in de koolstofketen)

Alkaan -aan
Alkeen -een 
Alkyn -yn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk alkaan zie je hier?
A
Methaan
B
Ethaan
C
Propaan
D
Butaan

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Alkaan
Alkeen
Sleep de woorden naar het juiste vak
onverzadigd
verzadigd

C6H12

C18H38

C4H10

C23H46
propaan
etheen

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Alkaan
Alkeen
Alkyn
CnH2n
CnH2n+2
CnH2n-2

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

is dit een alkaan of een alkeen?
A
alkaan
B
alkeen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Maak opdracht 10 t/m 15 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Halogenen
Halogenen (F, Cl, Br, I) kunnen als zijgroep aan de koolstofketen zitten. En hebben altijd een covalentie van 1. 

De halogenen komen in de naamgeving voor de koolstofketen. (met de gehele naam) 
1-broompropaan (broom op de 1e koolstof)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

meerdere halogenen
Wanneer er meerdere halogenen zijn worden deze in alfabetische volgorde genoteerd. 

Bij meerdere van dezelfde alkanen wordt dit met de numerieke voorvoegsels weergegeven. 
Geef altijd de positie aan van ieder halogeen dus aan welke koolstof deze zit. (behalve als het niet op een andere plek kan)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de naam van dit molecuul?
A
1,1,1-trifluor-2-chloor-ethaan
B
2-chloor-1,1,1-trifluor-ethaan
C
2,2,2-trifluor-1-chloor-ethaan
D
1-chloor-2,2,2-trifluor-ethaan

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de naam van dit molecuul?
(alkeen gaat voor halogeen)
A
1-broomprop-3-een
B
prop-1-een-3-bromide
C
3-broomprop-1-een
D
3-broompropeen

Slide 11 - Quiz

dubbele binding krijgt laagste nummer (C1)
Vertakt en onvertakte koolwaterstofmoleculen
In een onvertakt koolwaterstofmolecuul is elk C-atoom met maximaal 2 andere C-atomen verbonden.


In een vertakt koolwaterstofmolecuul is er minstens één C-atoom dat met drie of vier andere C-atomen is verbonden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving vertakking
Zoek de langste keten met
C-atomen. 

Dit is het koolstofskelet.

Zitten er C-atomen aan het skelet, dan heb je een vertakking

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Dit is een vertakt alkaan?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Dit molecuul is een ....
A
vertakt alkaan
B
vertakt alkeen
C
onvertakt alkaan
D
onvertakt alkeen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Geef de naam van dit molecuul

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Alkylgroepen
  • Een koolstofketen als zijgroep noem je een alkylgroep.
  • Aantal C van zijgroep krijgt zelfde stamnaam als in hoofdketen, en eindigt  op -yl.
  • Alkylgroep komt voor de naam van de hoofdketen.
  • Voorbeeld: (2-)methylbutaan.
  • In dit geval kun je het cijfer 2 weglaten, omdat de 
methylgroep alleen op C2 kan zitten.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Meerdere dezelfde alkylgroepen
  • Bij meerdere dezelfde alkylgroepen gebruik je telwoorden (di, tri etc.).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2,3-dimethylpentaan.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Meerdere verschillende alkylgroepen
  • Bij verschillende alkylgroepen geef je de namen van de zijgroepen op alfabetische volgorde.
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2-methyl-3-ethylpentaan.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste systematische naam?
A
butaan
B
1,3-dimethylpentaan
C
3-methylhexaan
D
heptaan

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Stappenplan naamgeving
1. Bepaal de hoofdketen
2. Geef de naam van deze hoofdketen
3. Geef de juiste plaats aan voor de specifieke groepen
(alkenen en alkynen)
4. Bepaal de zijgroepen
5. Zet de zijgroepen op alfabetische volgorde
6/ Geef de zijgro

Slide 21 - Slide

This item has no instructions