§7.3 Welvaart voor iedereen?

§7.3 Welvaart voor iedereen?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§7.3 Welvaart voor iedereen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
1. Doelen van deze les;
2. Herhalen vorige paragrafen;
3. Instructie;
4. Evaluatie uitleg;
5. Werken;
6. Afsluiting.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

§7.3 Hoe rijk zijn wij?
Ik kan vertellen over welvaart:

- Ontwikkelingslanden;
- Inkomen per hoofd v.d. bevolking;
- Vicieuze cirkel.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhalen §1-2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Import is...
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten.
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten.
D
In eigen land producten verkopen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is internationale handel?
A
in- en uitvoer van goederen.
B
invoer van goederen.
C
in- en uitvoer van goederen en diensten.
D
diensten en goederen die je levert aan het buitenland.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Bij meer export...
A
daalt de werkgelegenheid in Nederland.
B
stijgt de werkgelegenheid in Nederland.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit wat er wordt bedoeld met een 'gesloten economie'.

Slide 8 - Open question

Een land dat naar verhouding weinig importeert en exporteert.

Wat is de Europese Unie?
A
De munt eenheid waar wij mee betalen.
B
Een organisatie van 27 Europese landen die nauw met elkaar samenwerken.
C
Alle landen van de wereld die samen werken voor handel.
D
Nederland, België en Luxemburg.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Wat is protectie?
A
Mensen extra geld geven.
B
Exporteren uit het buitenland.
C
Productie in eigen land beschermen.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil.
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers.
C
Een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen.
D
Een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Instructie
Lees in stilte voor jezelf:
blz. 224 - 229.

Klaar? Maak alvast opdr. 1-2-3.
timer
3:30

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Toekomst....? 
Welvaart
  • In hoeverre je met je middelen (tijd en geld) in je behoeften kunt voorzien.

  • Wie heeft een hogere welvaart? Iemand die rijk is of iemand die arm is? En waarom? 

  • Iemand die erg rijk is heeft een hoge welvaart. Hij kan veel meer in zijn behoeften voorzien dan iemand die arm is.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welvaart vs welzijn
Welvaart
  • In hoeverre je met je middelen (tijd en geld) in je behoeften kunt voorzien.

Welzijn...
  • Het welzijn is groot als mensen tevreden zijn met hun leven én zich gezond voelen.


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vicieuze cirkel
  • Een vicieuze cirkel: een situatie waarin je op eigen kracht niet uit kunt komen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vicieuze cirkel armoede

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Inkomen per hoofd v.d. bevolking
  • Middel om de welvaart van landen met elkaar vergelijken.
  • Houdt in: gemiddelde inkomen per inwoner van een land.

  • Berekening:
  • Nationaal inkomen : aantal inwoners.
  • Alle inkomens in een land bij elkaar opgeteld.
  • Alle inwoners bij elkaar.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld!
Het nationaal inkomen is € 688 miljard. Er zijn 17,1 miljoen inwoners. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.





Inkomen per hoofd van de bevolking = 
nationaal inkomen : aantal inwoners

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Even checken wat je hebt onthouden...

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Checken..
  • Ga naar: lessonup.app
  • Vul bij 'CODE INVOEREN' de code die op het bord staat in.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Oostenrijk heeft 8,9 miljoen inwoners en een nationaal inkomen van 408 miljard euro.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 22 - Open question

€ 45.842,70
Wat is geen kenmerk van ontwikkelingslanden?

A
Voldoende geld.
B
Veel analfabetisme.
C
Weinig onderwijs.
D
Veel armoede.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vul de zin aan.
In ontwikkelingslanden is er vaak sprake van een …… inkomensverdeling.
A
gelijke
B
ongelijke

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welvaart is een subjectief begrip, dit betekent...
A
dat welvaart voor iedereen hetzelfde is.
B
dat welvaart niet voor iedereen hetzelfde is.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder staan een aantal uitspraken. Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is door elke uitspraak naar juist of onjuist te slepen.
  

Juist
Onjuist
In een ontwikkelingsland is het inkomen per hoofd van de bevolking laag.
In ontwikkelingslanden hebben ze een goede gezondheidszorg. 
Ontwikkelingslanden hebben een snelle bevolkingsgroei.

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

In de economie gaat het vaak over welvaart, als Thijs de spelcomputer en de mountainbike kon kopen wordt zijn welvaart                         , dit betekent dat je  in meer                         kunt voorzien. 
 
Kies uit:
  
behoeften
groter
kleiner
goederen

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Zambia heeft 16,6 miljoen inwoners en een nationaal inkomen van 22 miljard euro.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 28 - Open question

€ 1.325,30
Maak de vicieuze cirkel van armoede kloppend.
Armoede
Slecht eten
Geen geld
Ziektes

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Donderdag 22 mei
Je maakt: opdrachten 1 t/m 14.

Klaar? Nakijken, daarna lezen / leren / huiswerk!

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

§7.3 Hoe rijk zijn wij?
Na deze les kun je uitleggen wat:
  • ontwikkelingslanden zijn.
  • welvaart betekent.
  • het inkomen per hoofd van de bevolking is en hoe je het moet berekenen.
  • de vicieuze cirkel is en voor gevolgen heeft. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions