H3 Opsporingsambtenaren deel 1 (t/m blz 3-10)

• Handhaving
• MBO
• Studiejaar 3

H3 Opsporingsambtenaren I

 (t/m blz. 3-10)

Een opsporingsambtenaar zijn alle personen die belast zijn met de opsporing van strafbare feiten.

1. Art. 127 Wetboek van Strafvordering (WvSv)
2. Art. 141 WvSv
3. Art. 142 WvSv

Opsporingsambtenaren zijn alle ambtenaren die belast zijn met het opsporen van strafbare feiten.

1. Juist
2. Onjuist

1: Art. 142 van het wetboek van Strafvordering zijn de buitengewone opsporingsambtenaren
2: Een BOA mag landelijk worden ingezet.

1. Stelling 1 en 2 juist
2. Stelling 1 juist
3. Stelling 2 juist
4. Stelling 1 en 2 onjuist

In welk artikel staan de Algemeen Opsporingsambtenaren?

1. art. 142 Sv
2. art. 141 Sv
3. art. 127 Sv
4. art 141 Sr

Wie zijn algemeen opsporingsambtenaar?

1. De Officier van Justitie; Aangewezen ambtenaren van politie; Aangewezen ambtenaren Kmar;
2. -Aangewezen ambtenaren van politie; -Aangewezen ambtenaren Kmar; -De opsporingsambtenaren bijzondere opsporingsdiensten.
3. De Officier van Justitie; Aangewezen ambtenaren Kmar; De opsporingsambtenaren bijzondere opsporingsdiensten.
4. -De Officier van Justitie; -Aangewezen ambtenaren van politie; -Aangewezen ambtenaren Kmar; -De opsporingsambtenaren bijzondere opsporingsdiensten.

Wie is verantwoordelijk voor de politie bij de opsporing strafbare feiten?

1. Gemeenteraad
2. Burgemeester
3. OvJ

Wie zijn buitengewoon opsporingsambtenaar volgens art. 142 Wetboek van Strafvordering( WvSv)

1. Personen met een akte van opsporingsbevoegdheid
2. Aangewezen categorieën of eenheden door de minister van Justitie en Veiligheid
3. of personen die bij wet of verordening zijn aangewezen
4. alle antwoorden zijn juist

De rijksrecherche werkt in opdracht van......

1. OM
2. PG's
3. Minister
4. Burgemeester

Hoeveel domeinen zijn er voor de opsporing van strafbare feiten?

1. 3
2. 5
3. 4
4. 6

Een stagiaire van de opleiding Publieke veiligheid gaat stage lopen bij de gemeente Arnhem handhaving. Welk domein?

1. Openbaar vervoer
2. Openbare ruimte
3. Generieke opsporing

Wat is de functie van het inzetcriterium?
I. Taakverdeling politie en boa helder (burger | politie/boa
II. Boa blijft binnen zijn specialisatie

1. Stelling I is juist
2. Stelling II is juist
3. Stelling I en II zijn juist

Wie vallen onder de lokale driehoek?

De politie en de BOA zijn complementair aan elkaar, d.w.z.

1. ieder doet zijn ding en werken afzonderlijk van elkaar.
2. ze vullen elkaar zoveel mogelijk aan.
3. ze geven elkaar regelmatig complimenten .

De BOA is verplicht om samen te werken met de politie?

1. Juist
2. Soms
3. Onjuist