Opdracht: schrijf het rijtje hieronder over met vertalingen erachter:
beau (mooi) - bon (goed) - joli (leuk, knap)
haut (hoog) - long (lang) - petit (klein)
jeune (jong) - vieux (oud) - grand (groot)
gros (dik) - mauvais (slecht) - méchant (gemeen)
nouveau (nieuw) - autre (ander)-large (groot, breed)
alle rangtelwoorden zoals premier en dernier (eerste en laatste)
cher (lieve/beste; bijv. in een brief: lieve Pierre)