This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
§3 Spelling
Met of zonder -n
Blz. 246
Slide 1 - Slide
Maak een samenvatting van deze les
Zo heb je gelijk de theorie van spelling op een rijtje.
Slide 2 - Slide
Lesdoel:
Aan het eind van deze les weet je wanneer zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden op een -n eindigen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Theorie nog even op een rijtje:
Zelfstandig gebruikte telwoorden = als je achter het telwoord geen zefstandig naamwoord uit de zin kan invullen.
Zelfstandig gebruikt telwoord schrijf je met -n als:
1. Het een persoon aanduidt;
vb. Allen waren uitgenodigd, maar sommigen zijn vanwege het slechte weer thuis gebleven.
Slide 5 - Slide
Als telwoorden geen personen aanduiden of niet-zelfstandig maar bijvoeglijk gebruikt worden, schrijf je ze zonder -n;
vb. Enkele van de voorgestelde oplossingen bleken niet uitvoerbaar (geen personen, maar oplossingen)
vb. Vroeger hadden alle huisvrouwen een koffiemolen. (niet-zelfstandig)
Slide 6 - Slide
Wanneer hebben zelfstandig gebruikte telwoorden een -n?
Als we woorden als sommige, enkele enzovoorts tegenkomen, is niet altijd meteen duidelijk of er een -n achter moet. Daarom stellen we ons de volgende twee vragen:
1. Gaat het om personen?
2. Is het telwoord zelfstandig gebruikt?
Als het antwoord op beide vragen 'ja' is, zetten we er een -n achter.
Slide 7 - Slide
Uitzondering:
Telwoorden als tientallen, honderden, (tien)duizenden en miljoenen hebben ALTIJD een -n
Slide 8 - Slide
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
Voor zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden gelden dezelfde regels als bij telwoorden (zelfstandig gebruikt + personen aanduiden), alleen stellen we hierbij nog een derde vraag, namelijk:
- Is het meervoud?
ja? dan -n (In Madrid kwamen ze een paar bekenden tegen)
nee? dan eindigt het op e
Slide 9 - Slide
De eerste / eersten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de laatste / laatsten helaas weinig overbleef.
A
Eerste/laatste
B
Eersten/laatsten
C
Eersten/laatste
D
Eersten/laatste
Slide 10 - Quiz
De ouders van Sheira hebben een goede baan, hoewel ze geen ven beide / beiden hebben gestudeerd.
A
Beide
B
Beiden
Slide 11 - Quiz
Op Texel zag ik heel veel verschillende vogels' wel honderde / honderden
A
Honderde
B
Honderden
Slide 12 - Quiz
Wegens tijdgebrek konden sommige / sommigen van de dieren niet direct geholpen worden tijdens het spreekuur.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 13 - Quiz
Hoewel we veel vrienden hebben, nodigen we de meeste / meesten niet uit voor ons zilveren huwelijksfeest.
A
Meeste
B
Meesten
Slide 14 - Quiz
Uit alle / allen reacties na de presentatie bleek dat weinige / weinigen zich hadden verveeld.
A
Alle/weinige
B
Allen/weinigen
C
Alle/weinigen
D
Allen/weinige
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Maken opdracht 1 t/m 6
+ nakijken §2 trema, apostrof, accenten en cedille.
Slide 17 - Slide
1. Zij kwamen als eersten over de finish. Eersten verwijst hier naar meerdere personen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Extra oefenen:
Slide 19 - Slide
2. Waar zijn je boeken gebleven? Heb je ze allen via Marktplaats verkocht? Alle wordt hier zelfstandig (niet bijvoeglijk) gebruikt, dus schrijf je allen in een plaats van alle.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
3. In het rek bij de toonbank zocht Ilse nog enkele armbandjes uit; ze koos de goedkoopsten. Je schrijft goedkoopsten met een -n, omdat het naar meerdere exemplaren verwijst.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
4. De twee favorieten presteerden beide boven verwachting. Deze zin is correct.