rapporteren

wat is rapporteren?
1 / 31
next
Slide 1: Mind map
Zorg en WelzijnBeroepsopleiding

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

wat is rapporteren?

Slide 1 - Mind map

Hoe rapporteren?
 Rapporteren is nuttig omdat het aangeeft wat je hebt gedaan en ook of je vervolgacties van je collega’s verwacht. Het is daarom belangrijk om consequent, duidelijk en feitelijk te rapporteren. Waar je verschil maakt in objectieve en subjectieve rapportages 

Slide 2 - Slide

wat hoort er allemaal in
een rapportage?

Slide 3 - Mind map

rapportage
Wie rapporteert: 
Evver, verpleegkundige, verzorgende, arts, fysio, ergo 
(alle betrokken disciplines)

Wat rapporteer je: 
Alle informatie die belangrijk is voor goede zorgverlening. 
Bijvoorbeeld hoe het gaat met iemand, evt problemen, behaalde doelen, veranderingen, wensen, afspraken, etc.

Slide 4 - Slide

rapportage vormen 
Overdracht
Dagboek/heen- en weer schrift
Voortgangsverslag
Observatieverslag
Voor gestructureerde formulieren
Dossier
Doelrapportage
Dagrapportage
Jaarrapportage
Medische rapportage

Slide 5 - Slide

Tips bij rapporteren 
Schrijf respectvol
Vermeld afspraken
Beschrijf alleen feiten, vermeld het als jij je mening geeft
Rapporteer niet vanuit emotie
Stel geen diagnoses als je niet bevoegd bent
Reageer op eerdere rapportages
Vermijd vaktaal en afkortingen (die andere niet begrijpen
Let op taal,-schrijf en typefouten
Schrijf kort, krachtig en volledig
Verwijs waar kan naar het Zorgleefplan

Slide 6 - Slide

aandachtspunten
Bedenk: voor wie ga ik rapporteren? Wie kan het lezen?
Bedenk ook: is dat wat je wilt opschrijven wel echt belangrijk voor de begeleiding van de cliënt
Houd je aan afspraken over wat en hoe gerapporteerd wordt
Schrijf leesbaar en met correct taalgebruik
Rapporteer objectief en specifiek

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Objectief en subjectief 
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk, maar nog veel belangrijker is om te weten wanneer iemand objectieve of subjectieve argumenten geeft. Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 9 - Slide

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 10 - Slide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quiz

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quiz

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quiz

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quiz

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quiz

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quiz

effectief rapporten -> SMART 
  • Geen woorden als ‘vaak’, ‘regelmatig’, maar ‘8 keer’. En geen ‘psycholoog zei..’ maar ‘psycholoog Verlinde zei..’
  •  Zorg dat je kunt meten wat je doet. Niet uit bed komen duurde lang, maar duurde vandaag 16 minuten.
  • Is dit ook een wens van de cliënt?
  •  Kan het, is het haalbaar? Denk zowel aan de cliënt als de organisatie en beschikbare tijd
  • Wanneer moet het doel behaald zijn, wanneer evalueren we? 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Voordelen rapportage via systeem

* Dwingt tot nauwkeurigheid en volledigheid
* Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
* Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Slide 19 - Slide

SOAP/SOEP methode
De SOAP/SOEP methode kan zorgen voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Niet alle rapportages hoeven of kunnen volgens de SOAP/SOEP uitgeschreven worden. Het kan ook voorkomen in een situatie dat niet alle letters ingevuld kunnen worden. Medische diagnose mag niet benoemd worden in de SOAP! 

Slide 20 - Slide

Wat betekent elke letter?
Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie: Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O)
 gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Meneer geeft aan zich niet lekker te voelen tijdens de ADL

Slide 24 - Open question

niet lekker’ is niet concreet. Er is geen vervolg actie opgeschreven. ADL is een afkorting die niet gangbaar is binnen de NL taal.

 
S: Tijdens de verzorging zei meneer dat hij misselijk was.
O: Meneer werd tijdens de verzorging wit in het gezicht en werd wat stil. Bij het overeind gaan zitten draaide de heer met zijn ogen.
A/E: Controles gedaan. Bloeddruk en hartslag hoger dan normaal (zie metingen).
P: Arts gebeld. De arts komt voor 10.00uur bij meneer langs. Meneer in overleg in bed laten liggen.

Slide 25 - Slide

Mevrouw gaat te weinig naar haar
familie toe.
Zet dit om naar S,O,A,P

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Mevrouw is depressief.
Zet dit om naar S,O,A,P

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Zijn er nog vragen? 
SOAP/SOEP gaan toepassen? Zo ja nog meer oefenen? 

Slide 30 - Slide

opdracht rapporteren  
Ga naar:

Slide 31 - Slide