Uitleg spelling Engelse leenwerkwoorden, maken 6, 7, en dictee

- Uitleg spelling bijv. nw. en Engelse leenwerkwoorden

- Maken BASIS blok 2 spelling opdracht 2.10 (8.1-8.2-9+ en opdracht theorie)

Maken KADER blok 2 spelling opdracht 2.10 ( opdracht theorie, 6.1-6.2-7))

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Uitleg spelling bijv. nw. en Engelse leenwerkwoorden

- Maken BASIS blok 2 spelling opdracht 2.10 (8.1-8.2-9+ en opdracht theorie)

Maken KADER blok 2 spelling opdracht 2.10 ( opdracht theorie, 6.1-6.2-7))

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Spelling blok 2:

- Je frist jouw kennis over de spelling van het voltooid deelwoord op.

- Je weet hoe je werkwoorden uit het Engels in het Nederlands moet spellen.

- Je kunt bijvoeglijk naamwoorden goed spellen.

Slide 2 - Slide

Spelling blok 2

- Spelling voltooid deelwoord (herhaling)

- Spelling bijvoeglijk naamwoord (herhaling)

- Spelling Engelse leenwerkwoorden


Slide 3 - Slide

De .......... discussie duurde te lang.
A
oververhitte
B
oververhitten
C
oververhite
D
oververhiten

Slide 4 - Quiz

Wil jij mijn ........ (zijde) das aangeven?
A
zijd
B
zijde
C
zijden

Slide 5 - Quiz

Ik heb de ......... (breken) vaas snel gelijmd, zodat mijn moeder het niet zou zien.
A
gebrookde
B
gebroke
C
gebroken
D
gebrookte

Slide 6 - Quiz

Hoe spel je een bijv. nw. juist?

1 Meestal eindigt een bijv. nw. gewoon op een -e.                         een mooie fiets

2 Geeft het bijv. nw. een materiaal aan, dan  schrijf je -en.        een zilveren kettinkje

3 Is het een modern materiaal? Schrijf dan geen uitgang.        een nylon panty

4 Is het bijv. nw.  afgeleid van een voltooid deelwoord?


De ........... (verplichten) toets - de toets is verplicht - de verplichte toets

Schrijf het bijv. nw. dan zo kort mogelijk op.


Uitzondering: als het voltooid deelwoord eindigt op -en, dan neem je dit over.

De .............. (verlopen) boeten - de boete is verlopen - de verlopen boete

Slide 7 - Slide

Noem een werkwoord dat
we lenen uit de Engelse taal.

Slide 8 - Mind map

Voorbeelden

smashen

faxen

liken

streamen

racen

downloaden

passen (een pass geven)

barbecuen

googelen

Slide 9 - Slide

Uitleg spelling Engelse ww.

Engelse werkwoorden vervoeg je in het Nederlands net als de zwakke werkwoorden:

- tegenwoordige tijd:            ik-vorm, ik-vorm + t en hele werkwoord

- verleden tijd:                         't k o f s ch i p - x                ik-vorm + te(n) of de(n)

- voltooid deelwoord:           't k o f s ch i p - x                -d of -t


Ik jog - hij jogt - wij joggen     ik jogde - wij jogden              wij hebben gejogd

ik race - hij racet - wij racen   ik racete - wij raceten           wij hebben geracet

Slide 10 - Slide

Uitleg spelling Engelse ww.

Uitzondering!

Sommige Engelse werkwoorden behouden hun dubbele medeklinker, om zo de Engelse uitspraak te behouden:


paintballen - ik paintball - ik paintballde

passen - ik pass - ik passte

stressen - ik stres - ik streste

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Huiswerk

Maken BASIS blok 2 spelling opdracht 2.10 (8.1-8.2-9+ en opdracht theorie)


Maken KADER blok 2 spelling opdracht 2.10 ( opdracht theorie, 6.1-6.2-7))

Slide 13 - Slide