Werkwoordspelling:
- Je weet wat een persoonsvorm is en hoe je die kunt vinden.
- Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd goed benoemen.
- Je kunt het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk naamwoord afgeleid van het voltooid deelwoord benoemen.
- Je kunt Engelse leenwerkwoorden goed vervoegen.