De wereld van hoofdletters en leestekens

De wereld van hoofdletters en leestekens
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De wereld van hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over hoofdletters en leestekens?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn hoofdletters?
Hoofdletters worden gebruikt aan het begin van een zin, bij plaatsen, namen, maar ook afleidingen van namen... 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar gebruik je nog meer hoofdletters bij?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Hoe schrijf je de volledige naam van de Nederlandse voetballer met rugnummer 10?
A
Frenkie De Jong
B
Frenkie de Jong
C
frenkie de jong
D
Frenkie de jong

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je de volledige naam van de Nederlandse koningin?
A
Maxima zorreguieta
B
Maxima Zorreguieta
C
Maxima Zorreguieta
D
maxima zorreguieta

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste schrijfwijze van de Nederlandse minister-president?
A
mark Rutte
B
mark rutte
C
Mark rutte
D
Mark Rutte

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je de volledige naam van de Nederlandse koning?
A
Willem-Alexander Van Oranje-Nassau
B
willem-alexander van oranje-nassau
C
Willem-Alexander van Oranje-Nassau
D
Willem-alexander van oranje-nassau

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer gebruik je leestekens?
Leestekens zoals punten, uitroeptekens en vraagtekens worden gebruikt om zinnen te beëindigen of nadruk te leggen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf alleen je achternaam op met het juist gebruik van hoofdletter(-s) en strepen

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Verschil tussen punt, uitroepteken en vraagteken
- Een punt komt na een gewone zin
- Een vraag eindig je met een vraagteken
- Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Kies het juiste leesteken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kies het juiste leesteken: Wat een mooie tekening zeg
A
?
B
!
C
,
D
.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste leesteken: Ik heb zin in pizza patat of een broodje kroket.
A
!
B
?
C
.
D
,

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste leesteken: Zullen we morgen naar de bioscoop gaan
A
?
B
,
C
!
D
.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.