29 oktober

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 1B, Symboulè.
  • Oefeningen 1B. 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 1B, Symboulè.
  • Oefeningen 1B. 

Slide 1 - Slide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open question

ὁ μὲν δοῦλος τὸν κτύπον οὐκ ἤκουεν (βαθέως γὰρ ἐκάθευδεν)·

(*κτύπον = [hier:] geklop)

Slide 3 - Open question

οἱ δὲ δύο ἄνθρωποι αὖθις τὴν θύραν ἔκρουσαν.

Slide 4 - Open question

ὁ μὲν οὖν δοῦλος ἔτι καὶ νῦν ἐκάθευδεν.

Slide 5 - Open question

ὁ δ’ Ἀλέξανδρος τὸν κτύπον ἤκουσεν.

Slide 6 - Open question

ἔπειτα τῇ ἀδελφῇ ἔλεγεν·

Slide 7 - Open question

ὦ Ἀσπασία, ἐγὼ μὲν κτύπον ἀκούω, ὁ δὲ δοῦλος τὸν κτύπον οὐκ ἀκούει, ὅτι ἔτι καὶ νῦν καθεύδει.
(*κτύπον = [hier:] geklop)

Slide 8 - Open question

ἡμᾶς δ’ οὐκ εὖ φυλάττει.

Slide 9 - Open question

ἡ δ’ Ἀσπασία τῷ ἀδελφῷ ἔλεγεν·

Slide 10 - Open question

«ὦ Ἀλέξανδρε, εὖ λέγεις· ὁ δοῦλος ἀγαθὸς οὐκ ἔστιν.

Slide 11 - Open question

ἡμᾶς γὰρ οὐκ εὖ φυλάττει, ὥσπερ δοῦλοι πολλάκις τὸ ἔργον οὐκ εὖ πράττουσιν.

Slide 12 - Open question

αὖθις δ’ οἱ ἄνθρωποι τὴν θύραν ἔκρουσαν καὶ ἐβόησαν·

Slide 13 - Open question

οἴγετε τὴν θύραν· εἰ δὲ μή, ἡμεῖς βίᾳ τὴν θύραν οἴγομεν.

Slide 14 - Open question

B: Naamwoord. 
C. Voornaamwoord

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Symboulè 1
  • r. 5: ‘ik’ staat in contrast met de slaaf, en wordt daarom apart genoemd
  • r. 11 ‘wij’ contrasteert met ‘jullie’: als jullie de deur niet openen doen wij het

Slide 17 - Slide

Symboulè 2

Slide 18 - Slide

Symboulè 3 en 4.
  • bijwoord (εὖ) 
  • bijv. naamw. (ἀγαθός)
  • Omdat de aoristus een handeling als afgesloten presenteert.

Slide 19 - Slide

Oefeningen 1B: 1

Slide 20 - Slide

Oefeningen 1B: 2
  • 1. 1e pers. ev ik hoor
  • 2. 1e pers. mv wij doen
  • 3. 2e pers. ev jij verbergt
  • 4. 3e pers. ev hij/zij slaapt
  • 5. 2e pers. mv jullie bewaken; bewaak!
  • 6. 3e pers. mv zij zeggen

Slide 21 - Slide

Oefeningen 1B: 3
  • 1. gen. ev ὁ ἄνθρωπος de man, de mens
  • 2. nom. mv ὁ δοῦλος de slaaf
  • 3. voc. ev ὁ ἀδελφός de broer
  • 4. acc.ev ὁ δοῦλος de slaaf
  • 5. gen. ev ἡ θύρα de deur

Slide 22 - Slide

Oefeningen 1B: 3
  • 6. dat. ev ἡ βία het geweld
  • 7. dat. ev ἡ οἰκία het huis
  • 8. nom. mv ὁ ἀδελφός de broer
  • 9. dat. ev ἡ ἀδελφή de zus
  • 10. acc. ev ἡ ἀγορά de markt

Slide 23 - Slide

Oefeningen 1B: 4
  • 1. ἐξαίφνης bijwoord de rest zelfst. naamwoord
  • 2. κρύπτω werkwoord de rest voegwoord
  • 3. δοῦλος mannelijk de rest vrouwelijk
  • 4. ἐκτός voorzetsel de rest zelfst. naamwoord

Slide 24 - Slide

Oefeningen 1B: 4
  • 5. ἀγορά vrouwelijk de rest mannelijk
  • 6. γάρ voegwoord de rest voorzetsel
  • 7. ἐγώ pers. voornaamw. de rest werkwoord
  • 8. ἀγαθός bijv. naamw. de rest zelfst. naamwoord

Slide 25 - Slide

Oefeningen 1B: 5
  • 1. τῷ ἀνθρώπῳ, ὁ ἀδελφὸς 
  • De slaaf zei tegen de man: “de broer en de zus slapen.”
  • 2. οἱ δοῦλοι 
  • De slaven bewaken de man goed.
  • 3. τὴν ἀδελφὴν 
  • De broer bewaakte de zus.

Slide 26 - Slide

Oefeningen 1B: 5
  • 4. τῆς οἰκίας 
  • De markt is dichtbij het huis.
  • 5. τὸν ἀδελφὸν καὶ τὴν ἀδελφὴν 
  • Wij bewaken de broer en de zus

Slide 27 - Slide

Oefeningen 1B: 6
  • 1d 
  • 2a 
  • 3b 
  • 4e 
  • 5f 
  • 6c

Slide 28 - Slide

Oefeningen 1B: 7
  • 1. λέγεις jij spreekt
  • 2. ἀκούουσι(ν) zij horen
  • 3. πράττω ik doe
  • 4. καθεύδει hij/zij slaapt
  • 5. κρύπτετε jullie verbergen
  • 6. φυλάττομεν wij beschermen/bewaken

Slide 29 - Slide

Aan het werk. 
  • Maak 1B, Oefeningen 1, 2,3, 4. 

Dit is ook huiswerk. 
Daarnaast: leer de woordjes en grammatica van 1A en 1B. 

Slide 30 - Slide