Trabi Tour havo 4-Kap3-Persoonl-voornaamw

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de tweede naamval

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de derde naamval

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de vierde naamval

Maak een (eigen) zin met een persoonlijk voornaamwoord

Maak een (eigen) zin met een bezittelijk voornaamwoord

Ich habe (jou) gesehen.
Wat moet ik invullen?

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Ich habe (jou) gesehen.
Wat moet ik invullen?

1. du
2. dir
3. dich
4. dein

Hast du (mijn) Fahrrad gesehen?
Wat moet ik invullen?

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Hast du (mijn) Fahrrad gesehen?
Wat moet ik invullen?

1. mich
2. mir
3. meines
4. mein

Ohne (jullie) hatte ich das nicht geschafft?
Wat moet ik invullen?

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Ohne (jullie) hatte ich das nicht geschafft?
Wat moet ik invullen?

1. ihr
2. euch
3. euer
4. euere

Mit (uw) Auto (o) fahren wir in die Stadt.
Wat moet ik invullen?

1. Ihr
2. Sie
3. Ihrem
4. Ihres

Wat heeft deze les je opgeleverd? Wat heb je geleerd?

Wat heeft deze les je opgeleverd? Wat heb je geleerd?

😒🙁😐🙂😃