4.1 Introductie Patronen verschillen in welvaart en welzijn

4.1 Patronen: verschillen in welzijn en welvaart

Herhaling Domein Wereld
Stof uit 4v (par. 1 en 6)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1 Patronen: verschillen in welzijn en welvaart

Herhaling Domein Wereld
Stof uit 4v (par. 1 en 6)

Slide 1 - Slide

Meten van welvaart:
  • BNP/BBP per inwoner
  • VN-index/welzijnsindex
  • Verdeling beroepsbevolking
  • overige: toegang tot basisbehoeften, voedselsituatie. beschikbaarheid telefoon en computer

Slide 2 - Slide

BNP
  • BNP= alle inkomsten van een land
  • BBP= alle productie van een land (zonder buitenlandse inkomsten)

-> per hoofd/per inwoner

Slide 3 - Slide

Problemen BNP/hoofd:
  • verschil in koopkracht           -> koopkracht pariteit
  • informele sector ontbreekt -> nationale statistieken                                                                                           verbeteren
  • sociale ongelijkheid                -> inkomensverschillen tussen                                                                             klassen zichtbaar maken
  • regionale ongelijkheid           -> inzoomen

Slide 4 - Slide

VN-welzijnsindex (HDI)
BNP, levensverwachting en analfabestisme


Waarom is deze beter dan het BNP/hoofd?

Slide 5 - Slide

Wereldsysteem

Slide 6 - Slide

Verdeling beroepsbevolking

Slide 7 - Slide

Ontwikkeling beroepsbevolking
Drie veranderingen:
  1. Agrarische revolutie
  2. Industriële revolutie: deagrarisatie, mechanisering en schaalvergroting
  3. Opkomst dienstenmaatschappij: mechanisering, automatisering en uitschuiving

Elk gebied op aarde gaat op eigen tempo door deze fases. 

Slide 8 - Slide

Welk wereldsysteem is zichtbaar in deze kaart?
Welke verandering heeft plaatsgevonden t.o.v 200 jaar geleden?

Slide 9 - Slide

Wereldsysteem
Centrum: ontwikkelde landen
Semiperiferie: landen in ontwikkeling
Periferie: ontwikkelingslanden

In elk van deze gebieden overheerst het werk van 1 sector uit de internationale arbeidsverdeling. Welke sector hoort bij welk gebied?

Slide 10 - Slide

Internationale arbeidsverdeling
Centrum: dienstensector/ 
tertiair(commercieel) + quartiar (niet-commercieel)

Semiperiferie: industrie/secundair
Lagelonenlanden, verschuiving industrie sinds WOII

Periferie: agrarisch/primair, grondstofafhankelijk

Af te lezen van: verdeling beroepsbevolking + samenstelling exportpakket

Slide 11 - Slide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 4
§ 1

Opdr. 1 t/m 3

Slide 12 - Slide