Reacties, Atomen en moleculen

Reacties, Atomen en moleculen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Reacties, Atomen en moleculen

Slide 1 - Slide

Wat is de chemische formule van water?
A
H2O
B
NaCl
C
CO2
D
O2

Slide 2 - Quiz

Hoeveel atomen zijn er in een watermolecuul?
A
3
B
1
C
2
D
4

Slide 3 - Quiz

Wat is de chemische formule van waterstofperoxide?
A
H2O
B
O2
C
H2O2
D
H2O3

Slide 4 - Quiz

Waarvoor wordt H2O2 vaak gebruikt?
A
Als kunstmest
B
Als blondeermiddel voor je haar
C
Als voedseladditief
D
Als brandstof

Slide 5 - Quiz

Wat is de chemische formule van ammoniak?
A
H2O
B
CH4
C
CO2
D
NH3

Slide 6 - Quiz

H2O2
N
H
NH3
O
H2O
Waterstofperioxide
Stikstof
Waterstof
Ammoniak
Zuurstof
Water

Slide 7 - Drag question

Hoeveel waterstofatomen zijn er in CH4?
A
3 waterstofatomen
B
2 waterstofatomen
C
4 waterstofatomen
D
1 waterstofatoom

Slide 8 - Quiz

Hoeveel koolstofatomen zijn er in CH4?
A
2 koolstofatomen
B
3 koolstofatomen
C
1 koolstofatoom
D
4 koolstofatomen

Slide 9 - Quiz

Hoeveel zuurstofatomen zijn er in CH4?
A
2 zuurstofatomen
B
0 zuurstofatomen
C
1 zuurstofatoom
D
3 zuurstofatomen

Slide 10 - Quiz

Hoeveel waterstofatomen zijn er in 2 H2O?
A
4
B
1
C
2
D
3

Slide 11 - Quiz

Hoeveel zuurstofatomen zitten in 2 H2O?
A
1
B
2
C
4
D
3

Slide 12 - Quiz

Wat is het totaal aantal atomen in 2 H2O?
A
5
B
6
C
7
D
4

Slide 13 - Quiz

1. Door elektrolyse van water ontstaat waterstof en zuurstof.
Stel het reactieschema op van deze reactie.

Schrijf de woorden in de juiste volgorde hieronder

Slide 14 - Open question

Maak van het reactieschema van de vorige vraag een reactievergelijking.

vergeet niet de toestandsaanduidingen tussen haakjes te zetten!

Slide 15 - Open question

2. Als je waterstof met stikstof laat reageren ontstaat ammoniak.
Stel het reactieschema op van deze reactie.
Teken deze op papier en maak een foto

Slide 16 - Open question

Maak van het reactieschema van de vorige vraag een reactievergelijking.

vergeet niet de toestandsaanduidingen tussen haakjes te zetten!

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Drag question

Welke fases of toestandsaanduidingen kennen we in de scheikunde?
A
(s) (l) en (k)
B
(s) (z) en (g)
C
(s) (l) en (g)
D
(b) (l) en (g)

Slide 19 - Quiz

Wat betekent 'niet reactief'?
A
Altijd actief en levendig
B
Kan geen emoties tonen
C
Snel reageren op prikkels
D
Als een stof niet reageert met een andere stof

Slide 20 - Quiz

Welk voorbeeld is 'niet reactief'?
A
Een hond die blaft
B
Een kind dat speelt
C
Een steen in de rivier
D
Een kat die jaagt

Slide 21 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een niet reactieve stof?
A
Edelgassen
B
Halogenen
C
IJzer
D
Water

Slide 22 - Quiz

Welk van de volgende is een edelgas?
A
Argon
B
Helium
C
Waterstof
D
Zuurstof

Slide 23 - Quiz

Edelgassen bestaan altijd uit losse atomen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 24 - Quiz

Halogenen zijn stoffen waarbij de atomen altijd in paren voorkomen
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 25 - Quiz

Een ander woord voor 'een aantal moleculen' is
A
toestandsaanduiding
B
coëfficiënt
C
Halogeen
D
Edelgas

Slide 26 - Quiz

Schrijf op hoe je de rationele naam van de formule uitspreekt voor de volgende formules:

1. N2F4
2. H2S
3. H2SO4
4. NH3

Slide 27 - Open question

De Griekse cijfers voor: 1-2-3-4-5-6???

Slide 28 - Open question