Herhaling
1 / 23
Lesson duration is: 70 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe verliep de productie aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines?
A
Met nieuwere machines en dingen gingen meer automatisch.
B
Met behulp van elektriciteit en moderne technologie.
C
Met voornamelijk handarbeid en arbeidsintensieve manieren.
D
Doormiddel van stoommachines en treinen.
Slide 3 - Quiz
Waardoor nam de productie toe tijdens de industriële revolutie?
A
Door de terugkeer naar oude manieren van maken.
B
Door de afname van de vraag naar spullen.
C
Door het tegenhouden van handelsroutes
D
Door de introductie van stoommachines.
Slide 4 - Quiz
Hoe verliep de industrialisatie in Nederland?
A
Nederland weigerde deel te nemen aan de industrialisatie.
B
De industrialisatie leidde tot een vermindering van de welvaart.
C
Het begon later dan in Engeland, maar leidde tot grote economische groei.
D
Nederland was een van de eerste landen die industrialiseerden.
Slide 5 - Quiz
Wat veranderde door de industrialisatie in de verhouding tussen werkgevers en werknemers?
A
De verhouding tussen werkgevers en werknemers werd niet anders
B
De arbeiders werden minder belangrijk voor de fabriekseigenaren.
C
De werkgevers werden afhankelijk van de arbeiders voor hun succes.
D
De werknemers kregen meer te zeggen en inspraak.
Slide 6 - Quiz
Wat zijn mogelijke oorzaken van het ontstaan van koloniale wereldrijken?
A
Politieke redenen
B
Technologische beter zijn
C
Economische redenen
D
Religieuze ruzie
Slide 7 - Quiz
Wat waren gevolgen van het imperialisme in Azië?
A
Culturele veranderingen
B
Economische uitbuiting
C
Politieke onafhankelijkheid
D
Sociale gelijkheid
Slide 8 - Quiz
Wat waren gevolgen van het imperialisme in Afrika?
A
Verbetering van democratie
B
Economische afhankelijkheid
C
Behoud van traditionele culturen
D
Grenzen werden willekeurig getrokken
Slide 9 - Quiz
Waarom breidde Nederland zijn koloniale rijk uit?
A
Economische belangen
B
Zoeken naar grondstoffen
C
Vredesmissie
D
Mensen Nederlands aanleren
Slide 10 - Quiz
Hoe is de aarde ontstaan?
A
Door het smelten van ijsbergen.
B
Door een reeks vulkaanuitbarstingen.
C
Door het samenklonteren van materie in de ruimte.
D
Door een botsing met een andere planeet.
Slide 11 - Quiz
Wat is een belangrijke periode in de geologische tijdschaal voor Nederland?
A
Het Holoceen
B
Het Paleoceen
C
Het Krijt
D
Het Perm
Slide 12 - Quiz
Hoe kun je de ontwikkeling van de aarde zien in fossielen en gesteenten?
A
Door te ruiken aan verschillende gesteenten.
B
Door te proeven van verschillende mineralen.
C
Door te luisteren naar geluiden van de aarde.
D
Door te kijken naar veranderingen in soorten en lagen.
Slide 13 - Quiz
Hoe zijn steenkool, aardolie en aardgas ontstaan?
A
Uit resten van planten en dieren onder druk.
B
Uit bevriezing van organisch materiaal.
C
Uit chemische reacties tussen lucht en water.
D
Uit verhitte lagen van de aardkorst.
Slide 14 - Quiz
Wat is een belangrijke reden waarom kapitaal een steeds belangrijker is bij het produceren van spullen?
A
Om minder afhankelijk te zijn van menselijke arbeid.
B
Om sneller en op grotere schaal te kunnen maken.
Slide 15 - Quiz
Waarom zijn dingen zoals bereikbaarheid belangrijk voor de plaatsing van bedrijven?
A
Dat heeft invloed op de kosten en de snelheid van de productie.
B
Dat heeft invloed op de populariteit van een bedrijf.
Slide 16 - Quiz
Wat was een veelvoorkomende vorm van werk in de 19e eeuw?
A
Werk in de landbouw of ander arbeidsintensief werk.
B
Kenniswerk in de dienstensector.
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Link
Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃
