Grafiek bij een woordformule, C1E, L107

Welkom bij Wiskunde
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Wiskunde

Slide 1 - Slide

Regelmaat
regelmatige afname en een regelmatige toename

Slide 2 - Slide

Hellingsgetal:
Hoeveel stijgt / daalt een grafiek per stapje van 1?
Tabellen en grafieken

Slide 3 - Mind map

Wat is regelmaat?
regelmaat betekent dat iets een vaste volgorde heeft. 
Kijk maar naar de tabel hieronder.




zit hier regelmaat in?

Slide 4 - Slide

REGELMAAT OF NIET?
Is er in de tabel een regelmatige toename?

Slide 5 - Slide

Meld je aan LessonUp

Slide 6 - Slide

Kijk goed 
Op de volgende slide geef je antwoord op de vraag. 

Wat hoort er bij de onderste pijltjes te staan?

Slide 7 - Slide

Wat hoort er bij de onderste pijltjes te staan?

Slide 8 - Open question

Kijk goed 
Op de volgende slide geef je antwoord op de vraag. 

Welke regelmaat zit er in de tabel?

Slide 9 - Slide

Welke regelmaat zit er in de tabel?

Slide 10 - Open question

Kijk goed 
Op de volgende slide geef je antwoord op de vraag. 

Welke regelmaat zit er in de tabel?

Slide 11 - Slide

Welke regelmaat zit er in de tabel?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Van welke formule is het begingetal 55?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quiz

Welke grafiek is een
horizontale grafiek?
A
grafiek 2
B
grafiek3
C
grafiek 4
D
grafiek 6

Slide 15 - Quiz

Verdeel de begrippen: 
Regelmatige toename
Regelmatige afname
Geen regelmaat

Slide 16 - Drag question

In de tabel is sprake van:
A
Regelmatige toename
B
Regelmatige afname
C
Verhoudingstabel
D
Geen regelmaat

Slide 17 - Quiz

Wat moet er in de groene rechthoek staan?

Slide 18 - Open question

Kijk goed: Welke regelmaat?
Op de volgende slide geef je antwoord op de vraag. 

Van welke regelmaat is sprake?

Slide 19 - Slide

Van welke regelmaat is er sprake?

Slide 20 - Open question

Kijk goed: Wat moet er staan?
Op de volgende slide geef je antwoord op de vraag. 

Van welke regelmaat is sprake?

Slide 21 - Slide

Wat is een woordformule?

Slide 22 - Mind map

Vul aan:
Een woordformule is een formule waarin....
A
je woorden moet veranderen in cijfers en dan iets kan berekenen.
B
alleen letters en cijfers staan en dan iets kan berekenen

Slide 23 - Quiz

Wat is het daalgetal in deze woordformule:
Inhoud = 200 - 6 x aantal liters
A
200
B
194
C
9,50
D
6

Slide 24 - Quiz

De woordformule is...
A
Aantal attracties x 2,50 + 15 = het totale bedrag
B
Aantal attracties x 15 + 2,50 = het totale bedrag

Slide 25 - Quiz

Welke woordformule past bij deze tabel?
A
Inhoud in L = 1000 - 40 x aantal km
B
Inhoud in L = 1000 - 0,4 x aantal km

Slide 26 - Quiz

wat is het verschil tussen een woordformule en een formule?
A
Een woordformule heeft woorden in de formule. De formule heeft hier een letter.
B
Het antwoord is bij de woordformule een woord. Bij de formule een letter.

Slide 27 - Quiz

Bekijk de grafiek hiernaast.
Wat is de woordformule die bij de grafiek
hoort?
A
Gewicht = 2 + 3,5 x t
B
Gewicht = 2 + 1,5 x t
C
t = 3,5 + 2 x Gewicht
D
Gewicht = 3,5 + 2 x t

Slide 28 - Quiz

Huiswerkcontrole
blz. 169+170, Theorie D "Van formule naar grafiek" lezen


blz. 169 opg. 23
blz. 172 opg. 26

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

blz.172

Slide 31 - Slide

Huiswerk
blz. 173 en 174 maken

Slide 32 - Slide