Je leest met elkaar de gedichten die je krijgt en beantwoord de volgende vragen:
Wat wil de dichter vertellen met het gedicht?
In welke zin gebeurt er iets bijzonders qua vorm, rijm of taal?
Wat vind je het mooiste gedicht en waarom?
Zijn jullie het met elkaar eens? Waarom wel/niet?
Oefen tot slot het voordragen van jouw gedicht met je groepje.