Schriftelijke taalvaardigheid: taalquiz

• Taalsessie POP
• Hoger onderwijs

Hij heeft hem vergist.

Gisteren las ik de tekst dat in het boek staat.

Het meisje die daar loopt, is mijn zus

Het CLB contacteert de ouders van het kind die therapie nodig heeft.

Dat kinderen niet opletten is de leerkracht haar probleem.

Ik had meer gestudeerd als de vorige keer.

In de vakantie gaan we gaan zwemmen.

Ik was vroeg vertrokken voor zeker op tijd te zijn in de les.

De media is verantwoordelijk voor de negatieve perceptie van het lerarenberoep.

De groep leerlingen stonden te wachten op de speelplaats.

Ik ben al twee keer bij een ongeval betrokken geweest.

Bij het strand aangekomen bleek de zon toch niet zo fel meer te schijnen.

Beknopte bijzin

Voorwaarde: het veronderstelde onderwerp van de beknopte bijzin moet gelijk zijn aan het onderwerp van de hoofdzin.

Hij maakt de oefeningen zonder in het boek te kijken.

Meer oefeningen: syllabus blz. 37