This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Waarom is consensus zo belangrijk?
Slide 5 - Open question
Twee aandachtpunten (Van Yperen en Van der Steege, 2006)
zoveel mogelijk consensus over de doelen, ook binnen de onvrijwillige hulpverlening;
helderheid van wie de gestelde doelen zijn
Slide 6 - Slide
hypothesevorming
staat centraal in het Dordts Strategisch Model;
speculatieve uitspraken over aard, ontstaan en voortbestaan van gesignaleerde problematiek;
werkt ondersteunend in het proces van probleemstelling en doelen stellen (fase 1 en 3 van de regulatieve cyclus).
Slide 7 - Slide
aan de slag...
ga in tweetallen in gesprek over welke hypothesen gesteld kunnen worden voor het gezin Asabi. 15 minuutjes!
Slide 8 - Slide
voorbeelden
Bilal laat kenmerken van ADHD zien, die zijn oppositionele gedrag deels zouden kunnen verklaren. Daarnaast zien we dat ouders moeite hebben samen op één lijn te zitten wat mogelijk ook onduidelijkheid voor Bilal veroorzaakt;
Vader en moeder zijn beiden zoekende in het vasthouden of loslaten van hun Marokkaanse cultuur. Dit schept onduidelijkheid voor de kinderen met betrekking tot regels en afspraken;
het slaan van vader komt mogelijk voort uit schaamte dat zijn zoon zich niet 'gewoon' kan gedragen. Hij is onmachtig het gedrag op een andere manier te veranderen. Het slaan leidt bij de kinderen tot onveilige gevoelens;
Vader wil niet nog een kind in de hulpverlening. Het ontbreken van het contact met familie, kan voortkomen uit schaamte.
Slide 9 - Slide
doelformulering
is een gezamenlijk proces;
middels een dialooggestuurde aanpak, want dit biedt de cliënt duidelijkheid over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de hulpverlening;
middels vragen helder krijgen wat de cliënt wil bereiken
de volgende aandachtspunten zijn van belang...
Slide 10 - Slide
Enkele aandachtspunten...
doelen van de individuele cliënt, het sub- en gezinssysteem worden zo klein, concreet, haalbaar, realistisch en simpel mogelijk geformuleerd;
doelen worden vanuit de cliënt en zijn systeem geformuleerd. Aan de cliënt wordt steeds gevraagd hoe het doel het best geformuleerd kan worden. Het gaat er niet om dat deze SMART zijn, maar om de concretisering in de taal van de cliënt. Belangrijke kanttekening is dat de verschillende doelen elkaar niet moeten 'bijten'.
Slide 11 - Slide
ouders willen dat Bilal leert luisteren. Als dit lukt, dan doet hij wat moeder van hem vraagt zonder een grote mond te geven en in discussie te gaan...
Vervolgens wordt dit nog concreter gemaakt (wat verstaan ouders onder een grote mond of in discussie gaan? Waar mag over gediscussieerd worden en op welke manier?)
Slide 12 - Slide
vervolg...
doelen hebben twee componenten: wat wil je precies bereiken (plan van aanpak) en wat wil en kan je ervoor doen om het te bereiken (afspraken)?
moeder wil duidelijk en consequent zijn. Ze wil hierbij twee keer waarschuwen. Wanneer het dan nog niet wordt gedaan, stelt ze een consequentie. Moeder wil hierbij de ondersteuning van vader.
Slide 13 - Slide
het doel heeft altijd positief gedrag in zich
Bilal wil leren zijn zus niet meer te slaan als hij boos is op haar. Er wordt gezocht naar gedrag dat er voor in de plaats kan komen.
Slide 14 - Slide
tijdens de formulering wordt gevraagd het doel te scoren op een schaal van nul tot en met tien;
meestal is er sprake van één hoofddoel
Als ouders willen we voorkomen dat Bilal uit huis moet
Slide 15 - Slide
vervolg...
bekrachtig de verschillende systemen in het meedenken. Het is belangrijk om te vragen waarom ze gekomen zijn