Les 11 Kinderen met gedrags-en emotionele problemen - 4 fasenmodel patterson - Hulpverlening

Braindump
timer
1:30
1 / 28
next
Slide 1: Slide
OrthopedagogiekSecundair onderwijs

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Braindump
timer
1:30

Slide 1 - Slide

Schrijf op notitieblaadje wat je nog weet over het 4 fasenmodel van Patterson.

Naam op blaadje noteren - in de klas vertellen wat je genoteerd hebt, laten aanvullen door de andere leerlingen.

LKR: We hebben gekeken naar het coërcieve proces en we hebben voorbeelden gegeven van zo een afdwingproces. We hebben dit proces ook toegelicht in de kleutertijd.

- Overdreven waakzaam
- Afwijzend op sociaal contact
- Teruggetrokken en lusteloos
- Apathisch, onzeker, niet huilen
- Spelen zonder plezier
- Lijkt op ASS (moet eerst uitgesloten worden!)

- Zoekt veel contact = allemansvriend
- Geen relatie in stand kunnen houden
- Grensoverschrijdend gedrag
- Snel gefrustreerd
- Laat zich niet troosten
- Egocentrisch, weinig wederkerigheid
- Druk, impulsief en ongecontroleerd
- Lijkt op ADHD (moet eerst uitgesloten worden!)

Probleemgedrag is multifactorieel


Aan het einde van de les kun je...
  • De leerlingen kunnen het 4-fasenmodel van Patterson uitleggen en toepassen op een casus.
  • De leerlingen kunnen het verschil tussen ambulante en residentiële hulpverlening duiden.
  • De leerlingen kunnen vier vormen van ambulante begeleiding uitleggen.
  • De leerlingen kunnen belangrijke accenten binnen residentiele hulpverlening in het leefklimaat toelichten.

Slide 2 - Slide

Vandaag gaan we het model afronden en kijken naar het stukje preventie m.n. de ambulante en residentiële hulpverlening.
Jullie hebben de laptop niet nodig, als je hem wil gebruiken voor je cursus dan mag je hem open klappen in tablet modus.

Kleutertijd

Slide 3 - Slide

Coercief gedrag komt in elk gezin voor= eigen leeftijdsfase. Normaal leren kleuters ook 'nee' aanvaarden, leren die met boosheid en frustraties omgaan: Maar hier is dat niet het geval

Als ouders toegeven: dan zijn er op korte termijn twee winnaars: het kind (want die krijgt zijn zin) en de ouder (want
het kind zeurt niet meer).

Uiteindelijk raken sommige ouders zo geïrriteerd en gefrustreerd dat ze zelfs héél jonge kinderen nog maar moeilijk iets durven weigeren = ingesleten patroon


Kleutertijd
  • Overal coërcief gedrag, maar hier: véél meer (frequentie)
  • Zeuren en zagen >> toegeven >> overwinning kind >> stimulering om deze strategie aan te houden en een stap verder in te gaan.
  • Maar ook: overwinning ouder!
  • Uiteindelijk zijn er twee winnaars (win-win)
  • Uit irritatie/frustratie >> jonge kinderen niets durven weigeren
  • Negatief voor ontwikkeling en leert geen nee aanvaarden, onderhandelen, …
  • Ouderlijk gezag wordt uitgehold >> huistirannetjes

Slide 4 - Slide

LKR: Wat was typisch aan die kleutertijd?
LL: Heel vaak zeuren, zagen
LKR: Idd, mama mag ik dit hebben, maar zodanig zeuren … dus het coërcieve proces hoorde ook een beetje bij de kleutertijd en de peuterpubertijd.
Alleen is er soms sprake van een ingesleten patroon waarbij het kind enkel nog dergelijk gedrag gaat zien en de ouders niet anders meer weten dan toegeven. Het gaat dan zo ver dat ouders uit irritatie/frustratie hun kind niets durven weigeren.

LKR: Wie weet nog welke gevolgen dit voor het kind en voor de ouders had?

LL: Gevolg kind: negatief voor ontwikkeling en leert geen nee aanvaarden, onderhandelen, …
LL: Gevolg ouders: Ouderlijk gezag wordt uitgehold >> huistirannetjes
LL: Ouders zijn letterlijk zo moe, machteloos, gefrustreerd, en hun invloed wordt ondermijnd door het kind.

Lagere school

Slide 5 - Slide

Doordat de kleuters thuis essentiële vaardigheden niet hebben geleerd, loopt het al snel mis met het dwinggedrag van deze kinderen. Ze kunnen moeilijk overweg met hun leeftijdsgenootjes. Ook kunnen ze moeilijk negatieve feedback of terecht wijzigingen van
bijvoorbeeld leerkrachten aanvaarden. Ze kunnen hun eigen gedrag moeilijk corrigeren op basis van de opmerkingen van anderen. Dit leidt tot een dubbele mislukking:

Coercieve kinderen worden vaak uitgesloten bij spelletjes zodat ze sociale vaardigheden ook minder kunnen aanleren. Kinderen steken op die manier minder van elkaar op en lopen ook een sociale achterstand op. 

Lagere school
  • Leren essentiële vaardigheden niet
  • Dwinggedrag = enige gekende strategie >> gevolgen school, leeftijdsgenootjes
  • Negatieve feedback
  • Eigen gedrag moeilijk corrigeren
  • Dubbele mislukking >> (schools vlak en verwerping leeftijdsgenoten)
  • De ouders hebben thuis het gezag verloren

Slide 6 - Slide

Doordat de kleuters thuis essentiële vaardigheden niet hebben geleerd, loopt het al snel mis met het dwinggedrag van deze kinderen. Ze kunnen moeilijk overweg met hun leeftijdsgenootjes. Ook kunnen ze moeilijk negatieve feedback of terecht wijzigingen van
bijvoorbeeld leerkrachten aanvaarden. Ze kunnen hun eigen gedrag moeilijk corrigeren op basis van de opmerkingen van anderen. Dit leidt tot een dubbele mislukking:

Coercieve kinderen worden vaak uitgesloten bij spelletjes zodat ze sociale vaardigheden ook minder kunnen aanleren. Kinderen steken op die manier minder van elkaar op en lopen ook een sociale achterstand op. 

Adolescentie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Adolescentie
  • Aansluiting bij gelijkaardige jongeren
  • Weinig thuis, op straat rondhangen, stimuleren in regelovertredend gedrag
  • Anti-houding: antischool, antigezag, antimaatschappij
  • Laag zelfwaardegevoel en perspectiefloosheid
  • Ouders verworpen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Volwassenheid

Slide 9 - Slide

Bij deze jongvolwassenen is er een beperkte sociale integratie te zien: slechte
werkgeschiedenis, slechte partnerrelaties, frequenter contact met gerechtelijke en
psychiatrische instanties,

Volwassenheid
  • Beperkte sociale integratie
  • Slechte werkgeschiedenis
  • Slechte partnerrelaties
  • Frequenter contact met gerechtelijke en psychiatrische instanties

Slide 10 - Slide

Bij deze jongvolwassenen is er een beperkte sociale integratie te zien: slechte
werkgeschiedenis, slechte partnerrelaties, frequenter contact met gerechtelijke en
psychiatrische instanties,

Casus Tim 
Tim wordt met de leeftijd van zeven jaar aangemeld omdat hij slecht luistert, snel boos wordt met driftbuien als gevolg en verbaal en fysiek agressief is naar zijn ouders en zus. Vanwege dysmaturiteit (geboortegewicht 2.500 gram na een zwangerschap van 39 weken) verbleef hij gedurende één week in de couveuse. De ontwikkeling van de motoriek, taal en zindelijkheid verliep zonder bijzonderheden. In het eerste levensjaar was hij erg prikkelbaar en huilde hij veel. In het tweede levensjaar begonnen driftbuien voor te komen wanneer hij zijn zin niet kreeg. Driftbuien komen ook nu nog meermaals per week voor en duren wel 10 minuten. Dit kost moeder veel energie. Ook vermoeiend is dat hij zo slecht luistert: wat je hem ook vraagt, zijn eerste reactie is ‘Nee’ of ‘Zo meteen’. Gewoon doen wat gevraagd wordt, is er niet bij. Het komt voor dat moeder het er maar bij laat zitten. Ook is ze teleurgesteld dat het zo moeilijk is om Tim tevreden te stellen. Zijn stemming is vaak nors en hij is snel boos als hij zijn zin niet krijgt. Wanneer hij gestraft wordt als hij zijn zusje heeft geslagen lijkt de straf hem niets te doen. Op school is hij snel prikkelbaar en boos als iets niet lukt of als een ander kind niet doet wat hij wil. Hij heeft een ander kind wel eens geschopt. Zijn juf zegt dat hij naar het speciaal onderwijs moet als hij zo doorgaat. Na schooltijd spelen met een ander kind komt niet voor omdat hij altijd zelf wil bepalen wat er gespeeld wordt. En voor verjaardagspartijtjes wordt hij zelden uitgenodigd. Thuis speelt hij vaak computerspelletjes en kijkt hij veel televisie. Moeder is doodmoe. Over alles is er strijd. Ze zegt dat haar man vindt dat ze strenger moet optreden.
Uit het boek: gedragsstoornissen bij kinderen -  Walter Matthys  - Diagnostiek en behandeling voor de professional
timer
1:30

Slide 11 - Slide

dysmaturiteit: te laag geboortegewicht in verhouding met de zwangerschapsduur. 

Normaal 3.5Kg  of 3500 gr


uitdelen aan leerlingen die eerder klaar zijn. 
Casus Tim
1. Lees de casus en leg deze naast het 4-fasenmodel van Patterson
a. Noteer de fasen die je terug kan zien in de casus
b. Onderstreep de kenmerken van het 'coërcieve proces' in groen.
c. Onderstreep de kenmerken van de 'dubbele mislukking' in geel. 
d. Onderstreep de gevolgen voor de ouders in rood.



Slide 12 - Slide

OOD - kijk naar kenmerken
Schema aanvullen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kinderen met gedrags- en emotionele problemen


1. Preventie: ouderlijke en pedagogische vaardigheden
2. Begeleiding en hulpverlening ambulant/residentieel
3. Houding en taken van de opvoeder/begeleider

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Begeleiding en hulpverlening
Waarom? Probleem in frequentie, ernst en omvang verminderen


Probleemgedrag heeft verschillende oorzaken
-  Goed zicht op krijgen (gerichte observaties noodzakelijk!)
 - Begeleiding op verschillende terreinen
                                            -  Jongere
                                            - Omgeving: ouders, familie, school, 
!!! Verschuiving in hulpverlening: residentieel >> ambulant



Slide 15 - Slide

doel van de hulpverlening is om het probleemgedrag gericht aan te pakken zodat dit gaat verminderen in ernst, omvang en frequentie.

hulpverleners willen het probleem goed in kaart brengen, dat doen ze door gerichte observaties. Ze richten zich op diverse terreinen. 

Daar waar vroeger sneller gekozen werd voor residentieel hulpverlening, kiest men nu eerder voor ambulant; 
Begeleiding en hulpverlening - ambulant
* Gezinstherapie
                 Betrekken van het gezin: manier van communiceren in het gezin,                         de gezinsstructuur, …

Gedragsproblematiek kan niet los gezien worden van het totale gezins-functioneren. Het hele gezin wordt bij de behandeling betrokken. 
- Heropnemen van opvoedingsverantwoordelijkheid ouders
- Vergroten probleemoplossend vermogen van de ouders





Slide 16 - Slide

centrum geestelijke gezondheidszorg
Begeleiding en hulpverlening - ambulant
 * Oudertraining
 Training ouderlijke vaardigheden 
 Ouderlijke vaardigheden Patterson
(Ouderlijke betrokkenheid, positieve bekrachtiging, problemen oplossen, discipline, toezicht, overzicht houden)

De ouders krijgen handvatten aangereikt. Zo leren de ouders vaardigheden die helpen om ongewenst gedrag op een positieve manier te beïnvloeden en om te buigen naar gewenst gedrag.



Slide 17 - Slide

centrum geestelijke gezondheidszorg
Begeleiding en hulpverlening - ambulant
    * Gedragstherapie
            - Veranderen van het gedrag : teveel of tekort aan gedrag, gedrag                            verkeerd geleerd, …
           -  Consequent leren belonen en straffen
            - Ouders verbeteren in hun opvoedingsstijl
   
Het veranderen van ongewenst gedrag door middel van het aanleren van nieuwe vaardigheden.



Slide 18 - Slide

centrum geestelijke gezondheidszorg

leren door samenhang tussen gedrag en gevolg. 
Begeleiding en hulpverlening - ambulant
 * Kinderpsychiatrische begeleiding (CGG)
Combinatie mogelijk met andere therapieën.                       
Diagnostiek en behandeling

Ambulant/residentieel - dagbehandeling/crisisaanbod

Medicatie >> niet als probleemoplossing, maar wel toegankelijker voor therapie




Slide 19 - Slide

centrum geestelijke gezondheidszorg
Je brengt samen met de behandelaar eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin dat voorkomt in kaart. Vervolgens helpt de behandelaar je om beter passende gedragspatronen aan te leren voor die omstandigheden
A
Oudertraining
B
Gezinstherapie
C
Gedragstherapie
D
Kinderpsychiatrische begeleiding

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

In deze vorm van therapie komt het gezin in verschillende samenstellingen aan bod, er zijn gesprekken tussen ouders en de kinderen en daarnaast wordt het gezin als geheel gezien. Het doel van de therapie is dat negatieve interactie patronen doorbroken worden en dat gezinsleden ervaren dat ze op een positieve manier met elkaar kunnen praten over hun gevoelens en behoeften. Daardoor ontstaat en meer veiligheid en vandaar uit meer ruimte voor de kinderen om zich te ontwikkelen.
A
Oudertraining
B
Gezinstherapie
C
Gedragstherapie
D
Kinderpsychiatrische begeleiding

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Thuisbehandeling bij kinderen met psychiatrische stoornissen bestaat in België nog niet lang. Voor kinderen en jongeren werd thuisbehandeling pas geïntroduceerd in 2002 door de federale overheid met het project ‘Outreaching’. Outreaching biedt een intensieve en in tijd beperkte behandeling aan kinderen en jongeren met psychiatrische stoornissen door ze in hun thuismilieu te behandelen.
A
Oudertraining
B
Gezinstherapie
C
Gedragstherapie
D
Kinderpsychiatrische begeleiding

Slide 22 - Quiz

 outreaching = mensen die buiten de muren van het residentiele gaan werken
Ouders leren vaardigheden die zij in de opvoeding van hun kind kunnen toepassen. Zo leren ze bv. hoe ze gewenst gedrag bij hun kind kunnen uitlokken door middel van structuur en goede instructies, hoe ze gewenst gedrag kunnen versterken door het geven van complimenten, positieve aandacht en beloningen. Ook leren ze hoe ze ongewenst gedrag kunnen verminderen, bv. door het te negeren, een time-out te geven en andere, niet-fysieke, disciplineringsmaatregelen.
A
Oudertraining
B
Gezinstherapie
C
Gedragstherapie
D
Kinderpsychiatrische begeleiding

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Begeleiding en hulpverlening - residentieel
Residentiële hulpverlening  = opname in een gespecialiseerde voorziening
 - Contact met gezin niet verbreken
-  Liefst zo kort mogelijk
- Gericht op terugkeer thuismilieu >> begeleiding van gezin
- Leefgroep met soortgelijke problematiek
- Individuele behandeling + aangepast leefklimaat leefgroep





Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Begeleiding en hulpverlening - residentieel
Residentiële hulpverlening  
Belangrijke accenten in het leefklimaat
 - Rust, orde en regelmaat
 - Positieve ervaringen d.m.v. gevarieerde activiteiten (neg zelfbeeld!)
 - Veiligheid (ingrijpen bij conflicten, bescherming, …)
 - Signaalwaarde probleemgedrag (nodige aandacht en ruimte voor uiten van probleemgedrag)






Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat zou jij als opvoeder doen om een positief leefklimaat te scheppen in een residentiële setting.

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Onderwijs
meestal gewoon onderwijs, soms bijz onderwijs type 3

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Vraag
Schrijf één vraag op over de inhoud van de les

Slide 28 - Slide

This item has no instructions