Weinig vrijheid en niet bepalen van normen en waardes
centraal: groep ( wij-cultuur)
kenmerken: veel respect en aanzien voor ouderen, samen eten is belangrijk, afspraken zijn flexibel en de eer van de familie is heel belangrijk.
Slide 13 - Slide
Cultuurverschillen
Veel verschillen tussen mensen zijn volgens David Pinto te verklaren als je kijkt naar de manier waarop ze omgaan met regels.
Schaal: Beginschaal: F-cultuur
Midden: M- cultuur
Eindschaal: G-cultuur
Slide 14 - Slide
Wij cultuur
groepsgebonden
jouw prestatie of actie heeft invloed op de hele groep
Niet westerse landen
Dorpen/platteland
Slide 15 - Slide
G-cultuur
Niet streng ( Grofmazige)
Losse en globale regels naar eigen interpretatie
centraal: individu
kenmerken: leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden, afspraak is afspraak en onverwachte gasten zijn vaak minder welkom en krijgen geen maaltijd aangeboden
Er gelden algeneme regel maar iedereen interpreteert op eigen manier.
Eigen mening is belangrijk
Ik-cultuur ( Nederland eigen mening)
Slide 16 - Slide
Ik cultuur
Zaken die je zelf mag beslissen in een ik cultuur
Politieke overtuiging
Relatievorm ( samenwonen of trouwen) Godsdienst
Soort werk
Vrijetijdsbesteding ( sport, verenigingen)
Slide 17 - Slide
M-cultuur
Dit is een mixvorm tussen de F- en G-cultuur.
Voorbeeld:
Een strenge vader en een wat minder strenge.
Onder de tweede generatie van migranten waar ook ter wereld.
Slide 18 - Slide
Factoren
Economische factor
Religieuze factor
Sociale factor
Individuele factor
(Pinto)
Slide 19 - Slide
Vragen
Wat is een F- cultuur?
wat is een G- cultuur?
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Onder welke cultuur valt Nederland en onder welke cultuur vind jij jezelf vallen?
Slide 22 - Open question
Opdracht 15.02
Wat : maak de opdracht Hoe: individueel Hulp: Theorie Tijd: 10 min Klaar: beargumenteer aan de hand van je normen en waarden welke cultuur bij je past. klassikaal bespreken
Slide 23 - Slide
Portfolio opdracht
Week 1
-Maak een collage met daarin minimaal 5 afbeelden van lichaamstaal, gewoonten, waarden, feesten, gebaren en rituelen etc van de Nederlandse cultuur en daarnaast dat van een andere, zelf gekozen, cultuur.
-Bedenk 2 gezegdes die wij in Nederland gebruiken en die wordt gebruikt in de ander zelf gekozen cultuur - Beschrijf welke cultuur je hebt en waarom
Slide 24 - Slide
Evalueren
-Heb je in deze les iets geleerd wat je eerst nog niet wist? Zo ja, wat heb je geleerd? -Heb je het lesdoel behaald? -Hoe goed beheers jij dit onderwerp op de schaal van 1 tot 10? -Is er iets wat je de volgende keer anders zou doen? -Wat wist je al over dit onderwerp voor de les begon? -Wat vond je aan deze les het leukst? -Hoe zou je deze les moeilijker of makkelijker kunnen maken?