NK, Kapitel 6,

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 1 - Slide

Hausaufgaben

1. Maak in je boek van Kapitel 6, B
Aufg. 4, 5, 6, 7
2. Maak in je boek van Kapitel 6, C
Aufg. 8, 9







Slide 2 - Slide

Kontrollieren
Aufgabe

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lesefertigkeit
Wir lesen jetzt zusammen den Text 
auf Seite 17

Slide 5 - Slide

Antworten
a
een folder/reclametekst/advertentie



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Antworten B
- 1 Freifallturm ‘Hier kommt die Maus!’
- 2 Professor-Knox-Turbo-Boote
- 3 Das verrückte Labyrinth
- 4 Fix&Foxi-Raketenblitz
- 5 Das Abenteuer-Camp
- 6 Das Alpin-Rafting
2 Ze hebben de Ravensburger spelletjes in XXL-formaat.
3 Je kunt er Ravensburger spelletjes spelen.
4 Nilpferdewasserbahn, Professor-Knox-Turbo-Boote, Das Alpin-Rafting, Das Abenteuer-Camp








Slide 8 - Slide

Zelfstandig aan het werk
1. Maak in je boek van Kapitel 6, C
Aufg.  9


Slide 9 - Slide

Antworten
1. wachten
2. nat
3. rustig
4. verdwijnt
5. klimmen

Slide 10 - Slide

Grammatik
Aufgabe 10 Die Regel entdecken.

Luister en vul de uitgang in. 

Slide 11 - Slide

Aufgabe 10

Slide 12 - Slide

Antworten
A
1 du spielst - du hast gespielt
2 du wohnst - du hast gewohnt
3 du badest - du hast gebadet
4 du arbeitest - du hast gearbeitet

Slide 13 - Slide

Antworten

B. 
Bij werkwoorden waarvan de stam eindigt op t of d komt er een e voor de uitgang.

Slide 14 - Slide

Grammatik von -d en -t
Grammatik

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Dit kan je aan het einde van deze les:

  • Je kunt zwakke (regelmatige) werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen. 
  • Je kunt werkwoorden met een stam op -d of -t in de tegenwoordige tijd vervoegen.
  • Je kunt werkwoorden met een stam op een s-klank in de tegenwoordige tijd vervoegen.
  • Je kunt het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden maken.






Slide 16 - Slide


Wiederholung

Slide 17 - Slide

Konjugiere das Verb "sein"
bin
bist
ist
sind
seid
sind
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 18 - Drag question

Konjugiere das Verb "haben"
habe
hast
hat
haben
habt
haben
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 19 - Drag question

Regelmatige werkwoorden I
Stam = werkwoord zonder -en
Stam van spielen = spiel
Het voltooid deelwoord
ge + stam + t

Slide 20 - Slide

Regelmatige werkwoorden II
ich                           mach e                   red e                 küss e
du                            mach st                 red est             küss t
er, sie, es              mach t                    red et               küss t
wir                           mach en                red en              küss en
ihr                           mach t                    red et                küss t
sie, Sie                  mach en                red en               küss en



Het voltooid deelwoord
ge + stam + et
Aan de slag!
Opdracht 11 op blz. 18
Opdracht 12 op blz. 19

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opgave: 11+12

Slide 22 - Slide

Lied Wise Guys
Aufgabe 13 S. 19
je moet de juiste vorm van werkwoorden invullen

je moet de werkwoorden van haben en sein herhalen

Slide 23 - Slide



Wir hören gemeinsam den Song von Wise Guys 
'Das bedeutet Krieg' 

Lies (lees) mit. Worüber (waarover) 
geht der Song?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

An die Arbeit!
Was?
Fragen und Aufgaben beim Song
Wie?
mit Nachbar(in)
Wie lange?
20 Minuten
Hilfe?
Digitaal woordenboek (mijnwoordenboek.nl) + Grammatikübersicht S.18
Fertig(klaar) ?
Wörterpuzzel


timer
5:00

Slide 26 - Slide

Herzlich willkommen 
beim Deutschunterricht

Slide 27 - Slide

herhaling + wat is er nu gebeurd?
herhaling voorkomen. 
Spreken oefenen
zusammen 

Duits 2H K6 

Hoe ging het 

zie SOM
Aussprache: Aufgaben 14, 15, 16, 17 von E Sprechen
Aufgabe 16: Gedicht! Fließend sprechen

Slide 28 - Slide

aan het einde van de les
kun je de klanken ä, ö, ü goed uitspreken
kun je vertellen wat je in je vrije tijd doet

Slide 29 - Slide

Wie?
Vorlesen
Aufgabe vorbereiten

Slide 30 - Slide

Wie spricht man folgende Wörter aus?
blöd
schön
es gefällt mir
Häuser
Väter

Slide 31 - Slide

Gedicht: Musik von Norbert van Tiggelen
Sie kann Dich zum Träumen bringen,
küsst die alten Zeiten wach.
Hörst Du sie mit netten Menschen,
sprudelt er, Dein Lebensbach.

Slide 32 - Slide

Vorlesen
Bist Du tief in ihr versunken,
singst und tanzt Du ganz allein,
fühlst Dich oft wie neu geboren,
als wäscht sie die Seele rein.

Slide 33 - Slide

Vorlesen
Meistens fällt die Arbeit leichter
mit`nem flotten Lied im Ohr.
Sie lässt Zeit im Flug vergehen,
so kommt’s Dir zumindest vor.

Slide 34 - Slide

vorlesen
Für den einen ist’s der Schlager,
für den andren Blues und Soul.
Country hört man häufig gerne,
oftmals auch den Rock’n Roll.

Slide 35 - Slide

vorlesen
Volksmusik nicht zu vergessen,
und auch nicht der Rock und Pop.
Techno, Reggae, Jazz und Klassik,
und der Seele geht es top.

Slide 36 - Slide

die Hausarbeit für heute
Vorbereiten:
Aussprache: Aufgaben 14, 15, 16, 17 von E Sprechen
Aufgabe 16: Gedicht! Fließend sprechen
Lerne: Lernliste N-D / Lernliste D-N / Grammatik

Slide 37 - Slide

Was hast du gelernt?

Slide 38 - Slide

                Evaluatie van de les


Slide 39 - Slide