ZOOM T5 Present perfect & Past simple

Grammatica theme 5
Present Perfect & Past Simple
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica theme 5
Present Perfect & Past Simple

Slide 1 - Slide

Past simple 
Wanneer?
  • Iets in het verleden, nu afgelopen. 
Hoe?
  • Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  • Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2
Signaalwoorden
When
Ago
Last
Datum
Yesterday

Slide 2 - Slide




Vragen:
Did + OW + hele werkwoord

He walked to school
Did he walk to school?



Negatief: 
OW + did not + hele werkwoord

He walked to school
He did not walk to school.
 He didn’t walk to school.

Past Simple

Slide 3 - Slide

regelmatige werkwoorden
= ww + ed
  • to visit - visited
  • to work - worked
  • to stop - stopped
  • to carry - carried
  • to play - played
  • to kill - killed
  • to jump - jumped


onregelmatige werkwoorden
= 2e rijtje!!! 
  • to fall - fell
  • to be  - was / were
  • to beat - beat
  • to buy - bought
  • to come - came
  • to draw - drew
  • to eat - ate

Slide 4 - Slide

Present Perfect 
Wanneer?
- iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is
- praten over ervaringen
- iets in het verleden is gebeurd en je nu het resultaat ziet

Hoe?
have / has + ww-ed                   OF              have/has + 3e rijtje (p. 161)

Slide 5 - Slide

Present Perfect
have/has          +        ww-ed            OF         3e rijtje!
I have                           carried              /            bought
You have                    stopped            /            been
He/she/it has            played              /            beaten
We have                       jumped           /             felt
They have                   visited             /             written

Als je een signaalwoorden tegenkomt in de zin,
weet 
je dat je de Present Perfect moet gebruiken!
Signaalwoorden
For
Yet
Never
Ever

Just
Already
Since

Slide 6 - Slide



Vragen:
Have/has + OW + ww-ed
Have/has + OW + 3e rijtje

 He walked to school
Have they walked to school?
Has he walked to school?



Negatief: 
OW + have/has not + ww-ed
OW + have/has not + 3e rijtje

He walked to school
I haven't walked to school.
 He hasn’t walk to school.

Present Perfect

Slide 7 - Slide

regelmatige werkwoorden
= have/has + ww-ed
  • visit - visited
  • stop -  stopped
  • carry -  carried
  • play -  played
  • jump -  jumped


onregelmatige werkwoorden
= have/has + 3e rijtje
  • to be  - was/were - been
  • to beat - beat - beaten
  • to buy - bought - bought
  • to feel - felt - felt
  • to write - wrote - written

Slide 8 - Slide



Wanneer? 
  • Iets in het verleden
    is gebeurd, nu afgelopen. 

Hoe? 
  • Regelmatig: ww+ed
  • Onregelmatig:  2e rijtje

Signaalwoorden?
WALDY
(When - Ago - Last - Datum - Yesterday)


 Wanneer?
  • iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is 
  • praten over ervaringen 
  • iets in het verleden gebeurt en nu het resultaat ziet
Hoe?
  • have / has + voltooid deelwoord*
  • *regelmatig: ww+ed 
  • *onregelmatig: 3e rijtje
Signaalwoorden?
FYNE JAS
(For - Yet - Never - Ever  Just - Already - Since)
Past Simple
Present Perfect

Slide 9 - Slide

Niet zeker welke?
1: is het op dit moment nog aan de gang?
Ja: present perfect. Nee: ga naar vraag 2
2: gaat het over ervaringen tot nu toe?
Ja: present perfect. Nee: ga naar vraag 3
3: Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja: present perfect. Nee: past simple.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide