reacties

Chemische reactie

1 / 36

Slide 1: Slide

Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chemische reactie

Slide 1 - Slide

Sublimeren

Mengen

Chemische reactie

Scheiden

Stollen

Slide 2 - Drag question

Atoombalans

Aantal en soort atomen voor en na de reactie zijn gelijk.
'Kloppend maken' betekent de atoombalans kloppend maken.
Coëfficiënten in reactievergelijking veranderen, nooit de index!

Slide 3 - Slide

reactie schema = met namen

zuurstof (g) + waterstof (g) --> water (l)

reactie vergelijking = met formules
O₂ + 2 H₂ -> 2 H₂O

kloppend maken

Slide 4 - Slide

Regels kloppend maken

voor en na de pijl moeten van elke
atoomsoort evenveel atomen zijn
aan de moleculen zelf
mag je niets veranderen
(de index verandert niet)
als je op een half getal uitkomt
voor de moleculen, doe je alle
getallen (coefficienten) keer 2

Slide 5 - Slide

1: reactie schema
methaan + zuurstof --> koolstofdioxide + water

2: met formules: CH₄ + O₂ --> CO₂ + H₂O

3: kloppend maken:

4: fase aanduiding

Slide 6 - Slide

stap 1: reactie schema: koper + zuurstof --> koperoxide

stap 2: met formules: Cu + O₂ --> CuO stap 3: kloppend maken 2 Cu + O2 --> 2 CuO

stap 4: fase aanduiding

Slide 7 - Slide

Welke getallen mag je aanpassen om een reactievergelijking kloppend te maken?

De coefficienten

De index

De coefficienten en de index

De coefficienten en de index van de producten

Slide 8 - Quiz

Welke coefficienten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

. . . . P (s) + . . . . C l^{​ 2 ​ ​} \to . . . . P C l^{​ 5 ​ ​}

1/2/5

2/5/2

2/2/5

1/5/2

Slide 9 - Quiz

Welke coëfficiënten moet je invullen om de vergelijking kloppend te maken?

. . . . H^{​ 2 ​ ​} O + . . . . F^{​ 2 ​ ​} \to . . . . H F + . . . . O^{​ 2 ​ ​}

1 - 1 - 2 - 1

2 - 2 - 2 - 1

2 - 2 - 4 - 2

2 - 2 - 4 - 1

Slide 10 - Quiz

Wat moet er voor CO2 staan om de reactie kloppend te maken?

C^{​ 6 ​ ​} H^{​ 12 ​ ​} O^{​ 6 ​ ​} (s) + 6 O^{​ 2 ​ ​} (g) \to 6 H^{​ 2 ​ ​} O (g) + . . . . C O^{​ 2 ​ ​} (g)

Slide 11 - Quiz

Ontleding

Bij een ontleding verdwijnt er 1 stof en ontstaan er 2 of meer nieuwe stoffen

Voorbeeld:

water (l)--> waterstof(g) + zuurstof(g)

Slide 12 - Slide

de ontleding van water

molecuulformule water: H₂O_(l)
_{de 2 is hier de index van H}
_{die geeft: in 1 molecuul water zitten 2 atomen waterstof}
de stof waterstof=H_2(g)
de stof zuurstof= O_2(g)
de stof O bestaat niet
dus moet je minstens 2 moleculen water ontleden

Slide 13 - Slide

Wat is het coëfficiënt van
deze molecuulformule?

4 SO3

Slide 14 - Quiz

Hoeveel atomen bevat
1 molecuul?

4 SO3

Slide 15 - Quiz

Hoeveel elementen bevat
dit molecuul?

4 SO3

Slide 16 - Quiz

Wat is de scheikundige naam
van deze stof?

4 SO3

timer

0:30

timer

2:00

Slide 17 - Open question

Geef de molecuulformule van
deze stof

distikstofmonosulfide

timer

2:00

Slide 18 - Open question

Waar staat het Griekse telwoord penta voor?

Slide 19 - Quiz

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

Chemische reacties:

1. Beginstoffen veranderde in reactieproducten

2. Een reactie is niet omkeerbaar

Slide 20 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

Chemische reacties:

1. Beginstoffen veranderde in reactieproducten

2. Een reactie is niet omkeerbaar

Atomen in een molecuul worden anders gerangschikt.

Slide 21 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

1. Vormingsreacties

2 of meer beginstoffen --> 1 of meer reactieproducten

Slide 22 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

1. Vormingsreacties

2 of meer beginstoffen --> 1 of meer reactieproducten

2. Verbrandingsreacties (H5)

brandstof + zuurstof --> oxides

Slide 23 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

1. Vormingsreacties

2 of meer beginstoffen --> 1 of meer reactieproducten

2. Verbrandingsreacties (H5)

brandstof + zuurstof --> oxides

3. Ontledingsreacties

1 beginstof --> 2 of meerdere reactieproducten

Slide 24 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

Reactieschema

Dit is in woorden uitgelegd wat er gebeurt. Hierbij noem je de fases.

bv. als aardgas wordt verbrand reageert deze met zuurstof tot koolstofdioxide en water.

aardgas (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (l)

Slide 25 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

Reactievergelijking

Dit is in molecuulformules uitgelegd wat er gebeurt.

Slide 26 - Slide

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Reacties

Reactievergelijking

Dit is in molecuulformules uitgelegd wat er gebeurt.

1. Leren, bron 4 & 5 blz. 84.

Claire Fiets Naar Haar Oma In Brussel

Slide 27 - Slide

Probeer zelf:
Verbranding van aardgas

Aardgas = CH₄(g)

https:

Slide 35 - Link

Huiswerk

7.3 opg 13 t/m 21 en 28 t/m 32

(7.4 opg. 7 t/m 12 en 23 t/m 26 en 30 t/m 33)

Er is veel zelfwerk nodig, herhaal en oefen goed. Kijk je werk ook steeds na

Slide 36 - Slide

reacties

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Slide

More lessons like this

reacties

3M H4.4 Reacties

V3 Pargraaf 4.1 + 4.2

Lesstof 3 MAVO Boek B deel 2 3MD openvragen

Lesstof 3 MAVO Boek B 3MA deel 2 open vragen

V3 Pargraaf 4.1 + 4.2

Les 5 Reactievergelijking

3Havo scheikunde 5.2 en 5.3 Verbrandingsreactie