Wat moet je doen?
Lees de Nederlandse woorden in het woordblok. De Engelse woorden staan er niet .
Luister naar elk Nederlands woord.
Bedenk het Engelse woord dat erbij hoort.
Zeg het Engelse woord hardop.
Luister daarna naar het Engelse woord.
Had je het goed gezegd?
Zet dan een kruisje achter het Nederlandse woord.