Les 38.1 - leerdoel 3

Leerdoel 3 - les 38.1
Lesplanning:
  1. Uitleg cyclotron & massaspectrometer
  2. Werken aan leerdoel 3 (20 min)
  3. Klassikaal:
    - Bespreken check leerdoel 2
  4. Verder werken aan leerdoel 3
  5. Afsluiting: opgave elektromagneten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Leerdoel 3 - les 38.1
Lesplanning:
  1. Uitleg cyclotron & massaspectrometer
  2. Werken aan leerdoel 3 (20 min)
  3. Klassikaal:
    - Bespreken check leerdoel 2
  4. Verder werken aan leerdoel 3
  5. Afsluiting: opgave elektromagneten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Massaspectro-
meter
a.d.h.v. de baanstraal de massa bepalen.

Slide 2 - Slide

Fl = Fmpz 
B*q*v = m * v² / r

r = m * v² / (B * q * v)
r = m * v / (B * q)

Kleinere massa --> kleinere baanstraal
De geïoniseerde atomen hebben allemaal dezelfde lading en beginsnelheid. Des te groter de massa des te ... de baanstraal.
A
groter
B
kleiner

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Een Ca²⁺-ion met een massagetal van 48 wordt vanuit stilstand versnelt tussen twee geladen platen waarover een spanningsverschil van 2,40 kV staat. 

A. Bereken de eindsnelheid van het ion. 

Het versnelde ion komt dan in een extern magneetveld van 0,18 T terecht. 
B. Bereken de baanstraal van het ion.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

 Cyclotron
  •  Magneetveld loodrecht op het cirkeloppervlak zorgt ervoor dat de deeltjes in een cirkelbaan bewegen.
  • Elektrisch veld (versnelspanning) tussen de twee helften zorgt ervoor dat de deeltjes versnellen. 
  • Wisselspanning.
  • o.a. produceren medische isotopen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De deeltjes in een cyclotron bewegen van ...
A
A naar B
B
B naar A

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een negatief deeltje wordt versneld in de cyclotron.
De noordpool bevindt
zich ...
A
onder
B
boven
C
links
D
rechts

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een ⁴He²⁺ ion beweegt met een bepaalde snelheid in een homogeen
magnetisch veld. Het ion beschrijft een cirkelbaan met straal r4.
In hetzelfde veld beweegt ook een ³He+ ion met een twee keer zo grote snelheid.
Vergelijk de straal r4 van het ⁴He2+ ion met de straal r3 van het ³He+ ion.
Wat is juist?
A
r3 is 6 keer zo groot als r4.
B
r3 is 4 keer zo groot als r4.
C
r3 is 3 keer zo groot als r4.
D
r3 is 2 keer zo groot als r4.

Slide 9 - Quiz

lading 2x zo groot
snelheid 2x zo groot
massa 3/4
Aan de slag
Afronden leerdoel 3 - volgens de studiewijzer
Bij aanvang van de volgende les check leerdoel 3 inleveren.
timer
20:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Uitwerking 
check leerdoel 2
vraag a





Voorbeeld:
Binnen in een geleider is het elektrisch veld nul. Deeltjes ondervinden dus geen elektrische kracht in de buisjes, de snelheid is daar contant. Tussen de buisjes heerst wel een elektrisch veld en ondervinden de deeltjes wel een kracht en dus een versnelling. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Uitwerking check leerdoel 2 - vraag b



Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Uitwerking 
check leerdoel 2
vraag c



  • s = v * t

  • v = 1643651 m/s

  • t = 1/ 2 T
      T = 1 / f = 1/ (2,7*10⁶)
                      = 3,70370·10⁻⁷ s.
       t = 1,85185·10⁻⁷ s

  • s = v * t = 1643651 * 1,85185·10⁻⁷
                      = 30 cm

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uitwerking check leerdoel 2
vraag d



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Afronden leerdoel 3 - volgens de studiewijzer
Bij aanvang van de volgende les check leerdoel 3 inleveren.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave elektromagneten

In de onderstaande afbeelding zijn twee keer twee stroomkringen weergegeven, die zich boven elkaar bevinden:
  1.  Teken de magneetvelden die de stroomkringetjes genereren en de lorentzkrachten die deze magneetvelden tot gevolg hebben. Schrijf ook bij elke stroomkring waar de noord- en zuidpool zich bevinden.

  2. In de vorige vraag zien we waarom elektromagneten elkaar afstoten of aantrekken. Dit komt door de lorentzkracht. Een permanente magneet werkt ook op deze manier. Wat zorgt bij een permanente magneet voor de stroomloopjes waardoor magneten elkaar afstoten of aantrekken?

Slide 16 - Slide

❶ In een permanente magneet roteren veel van de elektronen in dezelfde richting en hierdoor tellen de magneetvelden constructief op.
❶ Als de magneet warm gemaakt wordt, dan trillen de elektronen in willekeurige
richtingen. Hierdoor versterken ze elkaar niet meer en heffen de magneetvelden elkaar op.
De magnetische eigenschappen verdwijnen hierdoor.
Massaspectrometer (2010-1)
Lood in ertsen uit mijnen bestaat voornamelijk uit de isotopen lood-206,
lood-207 en lood-208. De herkomst van lood in loden voorwerpen is daarom
vaak te bepalen uit de verhouding waarin deze isotopen voorkomen.
Om na te gaan of een bepaalde isotoop in een stofmengsel aanwezig is, kan
een massaspectrometer gebruikt worden.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het stofmengsel wordt eerst gasvormig gemaakt en daarna onder lage druk in de ionisatieruimte (1) gebracht. De geïoniseerde moleculen of atomen komen
vervolgens in een vacuümruimte (2). Hierin worden ze door een elektrisch veld versneld. In ruimte (3) worden ze door een magnetisch veld afgebogen en ten slotte in punt Q gedetecteerd.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Een mengsel met éénwaardige positieve ionen van lood-206,
lood-207 en lood-208 komt met een te verwaarlozen
beginsnelheid in ruimte (2). De ionen worden in het
elektrisch veld tussen de platen A en B versneld. Tussen B
en P veranderen de snelheden niet meer.
Beredeneer welke van de drie isotopen in P de grootste
snelheid heeft.
A
lood-206
B
lood-207
C
lood-208

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vervolgens worden de deeltjes afgebogen door het
magnetisch veld. De ionen doorlopen een halve cirkelbaan.
Bepaal de richting van het magnetisch veld in ruimte (3).
A
Naar links.
B
Naar rechts.
C
Het papier in.
D
Het papier uit.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig om
voor het noorderlicht?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

In welke richting loopt
het magneetveld?
A
Van boven naar beneden.
B
Van beneden naar boven.
C
Van links naar rechts.
D
Van rechts naar links.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions