Formuleren - les 6

Welkom!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Toetsweek
  • Oefentoets
  • Formuleren

Slide 2 - Slide

Toetsweek - 4.3 Lezen
Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Ik kan de functie van de inleiding en het slot benoemen.
Ik kan tekstdoelen benoemen (informeren, mening vormen, overtuigen, activeren, amuseren)
Ik kan tekstvormen benoemen (informerende tekst, overtuigende tekst, etc.)
Ik kan tekstsoorten benoemen (bijv. advertentie, artikel, etc.)
Ik kan uitleggen wat een column is.
Ik kan het verschil tussen een commerciële en ideële reclame uitleggen.
Ik kan de functie van beeld en opmaak in reclames herkennen.






Slide 3 - Slide

Tekstdoelen
oefenen

Slide 4 - Slide

Een doel van een nieuwsbericht is ...
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
activeren

Slide 5 - Quiz

Het doel van een reclamefolder is ...
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 6 - Quiz

Tekstvormen
oefenen

Slide 7 - Slide

Een boekpromotie is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 8 - Quiz

Een verkiezingsaffiche is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Dit was een ...
A
commerciële reclame
B
ideële reclame

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Oefentoets

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Pleonasme
Wanneer een woord een deel van de betekenis van een ander woord herhaalt, spreek je van een pleonasme. Voorbeelden hiervan zijn een ronde cirkel, een dood lijk of een passerende voorbijganger. 

Gebruik deze herhaling alleen wanneer die van nut is, bijvoorbeeld als je de aandacht op een bijzonderheid wilt vestigen. In alle andere gevallen kun je het bijvoeglijk naamwoord achterwege laten.

Slide 15 - Slide

Tautologie
Er is sprake van een tautologie wanneer je niet een deel, maar de hele betekenis van een woord herhaalt: gratis en voor niets, nog een keer opnieuw, voor eeuwig en altijd

Net als een pleonasme kun je een tautologie bewust inzetten om een bepaalde betekenis te versterken, maar anders is er sprake van overtollig woordgebruik.

Slide 16 - Slide

Contaminatie
Bij een contaminatie worden twee woorden of uitdrukkingen door elkaar gehaald: duur kosten (duur zijn / veel kosten), nachecken (nakijken / checken), ongenadeloos (ongenadig / genadeloos). 

Zo'n verhaspeling ontstaat vaak doordat de woorden of uitdrukkingen op elkaar lijken in betekenis of gebruik.

Slide 17 - Slide

Dubbele ontkenning
We spreken van een dubbele ontkenning als een tweede ontkenning wordt toegevoegd en die daarmee de eerste ontkenning ten onrechte opheft: dat weerhoudt mij er niet van te solliciteren, ik ontken dat ik daar niet ben geweest, met deze paraplu voorkom je dat je niet nat wordt. 

Je kunt dit doen om de betekenis van je boodschap te versterken, maar in de meeste gevallen gaat het om een vergissing en hebben we te maken met een formuleerfout (of: stijlfout).

Slide 18 - Slide

Onjuiste herhaling
Bij een onjuiste herhaling wordt een vast voorzetsel ten onrechte twee keer gebruikt:

Op een politicus die zulke rare uitspraken doet, zal ik nooit op stemmen.

->  Het tweede op moet niet in de zin staan.

Slide 19 - Slide

oefenen

Slide 20 - Slide

Ik heb nooit geen zin om mijn huiswerk te maken.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning

Slide 21 - Quiz

Wij hebben ook zo'n houten boomstam in de voortuin.
A
pleonasme
B
dubbele ontkenning
C
contaminatie
D
tautologie

Slide 22 - Quiz

Hij zal moeten proberen te voorkomen dat dit niet nogmaals gebeurt.
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 23 - Quiz

Hij moet niet meer zoveel hooi op zijn schouders nemen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 24 - Quiz

De oude man voelde zich eenzaam en alleen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 25 - Quiz

Otis

We lezen samen een fictiefragment.

Slide 26 - Slide

Otis
Er moet iets ergs gebeurd zijn, wat ervoor gezorgd heeft dat de moeder en vader van Otis uit elkaar zijn gegaan en dat de moeder er zelfs niets over wil zeggen.
  
-Bedenk eens iets ergs dat de vader gedaan zou kunnen hebben.
-Bedenk eens iets ergs dat de moeder gedaan zou kunnen hebben.
-Welke van de twee vind je het meest waarschijnlijk en waarom?

Slide 27 - Slide

Otis
Je merkt al gauw dat Otis graag bij Desi is. 

Welke verschillende redenen kun je daarvoor geven?

Slide 28 - Slide

Diaplus

Slide 29 - Slide