§5.3 schakelingen

• Science
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je:

• een schakelschema tekenen van een schakeling
• het verschil uitleggen tussen een serie- en parallelschakeling
• Een gemengde schakeling kunnen herkennen en begrijpen

Elektriciteit

§5.3 Schakelingen

INHOUDSOPGAVE

• Herhaling van voor de vakantie
  
• Schakelingen tekenen
  
• serieschakelingen
  
• parallelschakelingen
  
• Gemengde schakelingen
  
• Huiswerk: maak opdracht 27 t/m 37

§5.3 Schakelingen

Wat zijn spanningsbronnen?

1. accu
2. stopcontact
3. voltmeter
4. ampèremeter

Wat doen spanningsbronnen?

1. vervoeren energie
2. leveren elektrische energie
3. zetten elektrische energie om
4. meten de spanning

De eenheid van stroomsterkte (I) ....

1. Volt
2. Ampere
3. Watt

Eenheid van spanning (U)

1. Ampere
2. Watt
3. Volt

Wanneer ik 3 Volt wil hebben.
Hoeveel batterijen van 1,5 Volt moet ik dan in serie schakelen

1. 1
2. 2
3. 3
4. 8

Wat is veilige "spanning"?

1. Dat er geen stroomsterkte is
2. Dat de stroomsterkte boven de 120 volt is
3. Dat de stroomsterkte zo laag is dat je geen schok krijgt
4. Dat de stroomsterkte zo laag is dat je er niet dood aan gaat

Wat is de hoogste veilige spanning?

1. 24V
2. 1,5V
3. 230V
4. 10.000V

Elektriciteit

§5.3 Schakelingen

Schakelingen tekenen

Elektriciteit

§3 Schakelingen

Functie schakelschema's

Een schakelschema verteld je welke onderdelen je nodig hebt en is nodig voor het ontwikkelen en verbeteren van elektronische apparaten

Hoofdstuk 2. Elektriciteit

§3 Schakelingen

Schakelschema's: voorbeelden: 

Hoofdstuk 2. Elektriciteit

§3 Schakelingen

Schakelschema's: voorbeelden: 

Hoofdstuk 2. Elektriciteit

§3 Schakelingen

Nu zelf: teken het schakelschema van de onderstaande schakeling: 

§5.3 Schakelingen

Oplossing: 

Eigenschappen:

• Alle onderdelen in de schakeling kun je in één kleer uitzetten (b.v. TL-lampen lokaal) 
• De stroomsterkte (I) is overal even groot
• De spanning (U) wordt verdeeld over de componenten (vaak lampjes)

§5.3 Serieschakelingen

Spanningsbron: I=3 mA en
U=6 V. Hoeveel mA
en V krijgt ieder lampje?

1. 1 mA en 1 V
2. 3 mA en 1 V
3. 1 mA en 3 V
4. 3 mA en 1 V

§5.3 Parallelschakeling

Schakelschema's: voorbeelden: 

Eigenschappen:

• Ieder apparaat heeft een eigen aan- uitschakelaar
• De stroomsterkte (A) is wordt verdeeld
• De spanning (V) is overal hetzelfde

§5.3 Parallelschakelingen

De spanningsbron I= 3 mA
en U= 6 V. Hoeveel mA
en V krijgt ieder lampje?

1. 1 mA en 1 V
2. 3 mA en 1 V
3. 1 mA en 3 V
4. 3 mA en 1 V

Eigenschappen:

• Sommige onderdelen in serie, anderen parallel

Gemengdeschakelingen

Elektriciteit

§5.3 Schakelingen

Soorten schakelingen

Serieschakeling

Parallelschakeling

§5.3 Schakelingen

	U (V)	I (A)
Serieschakeling
Parallelschakeling

U en I in serie- en parallelschakeling 

Overal gelijk

Verdeelt zich

Overal gelijk

Verdeelt zich

Huiswerk §5.3

• Maak opgave 27 t/m 37 op blz 148-150; 
• Klaar? =>nakijken
• Klaar? laten zien en je hebt pauze (in de kantine) of leren voor een ander vak.