M3 Grammatica zinsontleding alles

Wat weet je nog van Grammatica?
De persoonsvorm
Het gezegde
Zinsdelen zoeken en vinden
Het Lijdend Voorwerp
Meewerkend Voorwerp
Bijwoordelijke Bepaling
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat weet je nog van Grammatica?
De persoonsvorm
Het gezegde
Zinsdelen zoeken en vinden
Het Lijdend Voorwerp
Meewerkend Voorwerp
Bijwoordelijke Bepaling

Slide 1 - Slide

Goedemorgen M2 
Telefoons in de tas
Spullen pakken, lesboek Talent, pen en schrift.
Leesboek; ga lezen

Slide 2 - Slide

De Persoonsvorm
Je kan de Persoonsvorm in de zin vinden door;
De zin in een andere tijd te zetten.
het enige woord dat dan verandert is de PV van die zin.
De zin in een ander getal te zetten.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Gezegde
Vind de PV
Vind de andere werkwoorden in de zin: samen met de PV of alleen de PV noemen we het GEZEGDE (werkwoordelijk gezegde)

Slide 5 - Slide

Wat is het gezegde in de volgende zin:
Piet heeft gisteren een nieuwe auto gekocht.
A
heeft
B
gekocht
C
heeft gekocht

Slide 6 - Quiz

Zinsdelen vinden
Iedere zin heeft een WW en alle andere woorden, alleen of in een groepje, zijn zinsdelen. Deze bepalen door hun plaats in de zin wat de zin betekent. Het is dus belangrijk dat je zinsdelen kunt vinden. DAARNA GEEF JE ZE DE NAAAM.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Zinsdelen
Vind de PV/WG, zet daaromheen / zinsdeelstrepen/
Piet / heeft/ op de markt gisteren een kilo appelen /gekocht/.

Alles voor de PV is ALTIJD 1 ZINSDEEL. zet de zinsdeelstreep
Neem een woord/groepje woorden en plaats dat voor de PV. Ruil het met hetgeen nu voor de PV staat en als je dan een goede zin hebt. heb je weer een zinsdeel gevonden. Zet zinsdeelstrepen!



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

O-LV-MV-BWB
PV; Verander de tijd van de zin. het woord dat verandert is de PV
WG: alle werkwoorden in de zin.
O (onderwerp): wie of wat + Gezegde (WG)
LV (lijdend voorwerp); wie of wat + gezegde + onderwerp
MV (meerwerkend voorwerp) aan/voor wie/wat + G+O+LV
Gisteren heeft Piet mij een mooie bos bloemen gegeven voor mijn verjaardag.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video