What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
6V Beco Res. 6.1
Brutowinstopslag
Variabele kostencalculatie:
- Kostprijs en Verkoopprijs gebaseerd op variabele kosten
- Met de dekkingsbijdrage worden constante kosten terugverdiend en wordt daar bovenop winst gemaakt
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
This lesson contains
10 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Brutowinstopslag
Variabele kostencalculatie:
- Kostprijs en Verkoopprijs gebaseerd op variabele kosten
- Met de dekkingsbijdrage worden constante kosten terugverdiend en wordt daar bovenop winst gemaakt
Slide 1 - Slide
Integrale kostprijsberekening:
- Zowel de variabele kosten als de constante kosten worden betrokken bij het berekenen van de kostprijs en verkoopprijs
Maken opgave 6.1
Slide 2 - Slide
Verkoopprijs januari = ( 2000/2000 + 1,65 ) x 1,60 = € 4,24
Verkoopprijs februari = ( 2000/1000 + 1,65 ) x 1,60 = € 5,84
Klanten geïrriteerd dat prijs zo enorm verandert
Weinig afzet -> hogere prijs -> klanten lopen weg
Moeilijk beleid maken
Slide 3 - Slide
Integrale kostprijsberekening
De Constante kosten worden gekoppeld aan de Normale productieomvang
Normale productieomvang: gemiddelde productieomvang die in de komende jaren wordt verwacht
Standaardkostprijs = C/N + V/B
Maken opgave 6.2
Slide 4 - Slide
6.2
C / N + V / B =
2.000 / 1.600 + 1,65 =
1,25 + 1,65 = 2,90
2,90 x 1,60 = 4,64
Slide 5 - Slide
C/N dient ter dekking Constante kosten
Begrote productie < Normale productie = onderbezetting
CK niet volledig gedekt -> onderbezettingsverlies
Begrote productie > Normale productie = overbezetting
CK meer dan gedekt -> Overbezettingswinst
Slide 6 - Slide
Bezettingsresultaat
Begrote Bezettingsresultaat = ( B - N ) x C/N
Bereken het begrote bezettingsresultaat bij opgave 6.1 voor februari, gebaseerd op kostprijs bij 6.2
Slide 7 - Slide
Bezettingsresultaat februari
A
( 1.600 - 1.000 ) x 1,25
B
( 1.000 - 1.600 ) x 1,25
C
( 1.600 - 1.000 ) x 2,90
D
( 1.000 - 1.600 ) x 2,90
Slide 8 - Quiz
Bezettingsresultaat = ( 1.000 - 1.600 ) x 2000/1600 = - 750
( Let op, de bakker maakt nog altijd winst:
1.000 x 4,64 - 1.000 x 1,65 - 2.000 = € 990,-
Bezettingsresultaat verklaart het lagere resultaat )
Slide 9 - Slide
Hw.
Opgaven 6.4, t/m 6.8
Slide 10 - Slide
More lessons like this
3.1 Wat zijn de kosten?
August 2018
- Lesson with
60 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.3 Geld lenen kost geld!
September 2018
- Lesson with
30 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.1 Wat kost het?
August 2018
- Lesson with
41 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.3 Geld lenen kost geld
October 2018
- Lesson with
31 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 1 Wat zijn de kosten?
November 2018
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
2.3 Celmembranen en transport (deel 2)
September 2023
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3.2 Hoeveel levert het op?
August 2018
- Lesson with
44 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
6.2 Van alle markten thuis?
December 2018
- Lesson with
32 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld