week 49 les 1 - voorkeur aangeven en bijvoeglijk nw.

Hola, buenos días
 ¿Qué día es hoy?
¿Qué vamos a hacer?
  • Nuevo plano de clase
PLANIFICACIÓN
  • repetir hablar de preferencias (1)
  • bijvoeglijke naamwoorden (3, 4)
miércoles, el 5 de diciembre
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hola, buenos días
 ¿Qué día es hoy?
¿Qué vamos a hacer?
  • Nuevo plano de clase
PLANIFICACIÓN
  • repetir hablar de preferencias (1)
  • bijvoeglijke naamwoorden (3, 4)
miércoles, el 5 de diciembre

Slide 1 - Slide

¿Cuál es tu ............ favorito?
A
deporte
B
pais
C
número
D
animal

Slide 2 - Quiz

¿Cuál es tu comida........?
A
favorito
B
favorita

Slide 3 - Quiz

¿Cuál es tu deporte favorito?
A
la paella
B
el baloncesto
C
Inglaterra
D
el perro

Slide 4 - Quiz

¿Cuál es tu ............. favorito?
A
número
B
nombre
C
deporte
D
asignatura

Slide 5 - Quiz

¿Cuál es tu asignatura favorita?
A
el queso
B
el pez
C
Matemáticas
D
baloncesto

Slide 6 - Quiz

?Cuál es tu comida favorita?
?Cuál es tu pais favorito?
?Cuál es tu número favorito?
?Cuál es tu deporte favorito?
?Cuál es tu música favorita?
?Cuál es tu asignatura favorita?
Lil Kleine
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 7 - Drag question

Habla
Pregunta a tus compañeros por las preferencias. 

Slide 8 - Slide

planificación
Leerdoel 1

Slide 9 - Slide

Leerdoel 3 en 4
- los adjetivos (bijvoeglijk naamwoord)
- el plural (meervoud)

Slide 10 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 11 - Mind map

Wat heb je geleerd over bijvoeglijke naamwoorden
die eindigen op een -o?

Slide 12 - Mind map

Wat heb je geleerd over bijvoeglijke naamwoorden
die eindigen op een -e of op een medeklinker?

Slide 13 - Mind map

Hoe vorm je het meervoud van zelfstandige
en bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 14 - Mind map

A trabajar
Was alles duidelijk en kan je zelfstandig aan de slag?
  • LA: pág 34 ej. 1, 2, 4 en LE: pág. 13 ej. 2.8 en 2.9

Of wil je nog een keer de uitleg?

DEBERES: LA: pág. 34 ej. 1, 2, 4 en LE: pág. 13 ej. 2.8 en 2.9
Leren: Quizlet: voorkeur geven en bijvoeglijke naamwoorden

Slide 15 - Slide

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 16 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 17 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwooden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 18 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker verandere niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
        la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 19 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 20 - Slide