Algemene oncologie

Algemene oncologie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Algemene oncologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt uitleggen 
  • Hoe de celgroei in het lichaam kan ontsporen.
  • Wat de eigenschappen zijn van goed en kwaadaardige tumoren.
  • Op welke manier kankercellen zich kunnen verspreiden in het lichaam.
  • Welke onderzoeken nodig kunnen zijn om de diagnose kanker te stellen.
  • Op welke manieren kanker kan worden voorkomen of in een vroeg stadium opgespoord kan worden.





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terug naar de basis...
Hoe ziet een cel er ook alweer uit?
Opdracht: 
  1. Teken in tweetallen een cel 
  2. Benoem wat er in de cel zit met de functie (denk aan celmembraan, cytoplasma, celkern, celorganellen, chromosomen)
timer
7:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Celwand
Andere naam = celmembraan​

  • grens binnen/buiten cel 
  • uitwisseling stoffen met omgeving

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Cytoplasma
Cytoplasma = werkplaats van een cel​
Water 70% + vet, eiwit, koolhydraat, vitamine, ​zuurstof, mineralen​

In het cytoplasma zitten celonderdelen = organellen
Voeren celstofwisseling uit. 
Elk organel eigen taak




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Celkern
De meeste cellen hebben een celkern = informatie voor leven
23 paren (= 46 chromosomen)​
=> 22 normaal​
=> 1 ‘geslachtschromosoom’​
 


Slide 6 - Slide

Elke lichaamscel bezit een kern behalve de rode bloedcel.
Ook cellen met meerdere kernen zoals spiercellen en cellen van skelet
Chromosomen
Bevatten DNA​

Erfelijke eigenschappen​









Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Terug naar de basis...
CELDELING

Opdracht
  1. Zet bij de plaatjes 1 tm 5 van volgorde
  2. Beschrijf per plaatje in je eigen woorden wat er gebeurd
timer
7:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke risicofactoren
vergroten de kans
om een gezwel te krijgen?

Slide 10 - Mind map

erfelijke factoren. 
virussen. 
chemische stoffen. 
straling. 
voedingsgewoonten. 
Overgewicht 
roken. 
alcohol. 
hormonen als oestrogeen, progesteron en testosteron. 
Risicofactoren 
Leeftijd 
Roken en alcoholgebruik
UV straling
Genetische aanleg
Aanraking schadelijke stoffen (zoals asbest)
Obesitas

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Celdeling, waar gaat het mis?
  • Chromosomen zijn tijdens het delingsproces erg gevoelig voor beschadiging. 
  • Bij beschadiging ontstaat een cel met heel andere eigenschappen (DNA mutatie). 
  • Reactie van lichaam = opruimen!
  • Gebeurd dit niet: Afwijkende groei in weefsel 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar treden beschadigingen op?
  • Vooral snel delende cellen gevoelig voor beschadigingen Hierdoor meer kans op fouten

  • Dus vaak in huid, spijsvertering, luchtwegen, geslachtsorganen en beenmerg
  • Niet snel delende weefsels: zenuw, spier, hart weefsel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Benigne tumor​
  • Goedaardig = Benigne​
  • Langzaam groeiend
  • Expansieve groei (​de gevormde cellen dringen omliggende weefsel niet binnen)
  • Zaait niet uit​
  • Bijna nooit dodelijk




Slide 14 - Slide

Kunnen wel klachten geven (naast slokdarm problemen met slikken/in hersenen omliggende weefsel in verdrukking)
Voorbeelden benigne tumor
  • een wrat op de huid
  • een poliep in de darm
  • een vleesboom in de baarmoeder.
  • een knobbel van vetweefsel (lipoom)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Benigne tumor
  • Kan wel druk geven omliggend weefsel
  • Kan uitgroeien tot maligne tumor (bijv. poliep darm)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maligne tumor
  • Kwaadaardig = Maligne​
  • Snel groeiend
  • Infiltratieve groei​ (agressieve doorgroei in omringend weefsel)
  • Onregelmatig oppervlak
  • Zaait uit = metastasen ​
  • Zonder behandeling uiteindelijk dodelijk



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Groei kwaadaardige gezwellen
Infiltratie. Agressieve doorgroei in omliggende weefsels en organen. De functies van verschillende weefsels raken verstoord

Hematogene metastasering. Groeit door in bloedvaten rondom het weefsel. In andere organen groeien deze cellen weer uit tot dochtergezwellen

Lymfogene metastasering. Via de lymfe die door het weefsel stroomt, bereiken de kwaadaardige cellen de lymfebanen. De kwaadaardige cellen blijven steken in de eerstvolgende lymfeklieren. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving
Goedaardige gezwellen:​
Latijnse weefselnaam +oom 
(behalve melanoom)





Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving kwaadaardige tumoren​
Van dekweefsel (huid / slijmvliezen / klierweefsel) = 
Latijnse weefselnaam + carcinoom

Van steunweefsel (bindweefsel / spier / botten) = 
Latijnse weefselnaam + sarcoom






Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  1. Zet de namen op de volgende sheet onder het juiste kopje:
  2. Zet vervolgens erachter waar het zich bevind

Benigne  (goedaardig)                                  Maligne (kwaadaardig)

  

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving
  1. basaalcelcarcinoom
  2. mammacarcinoom
  3. fibrosarcoom
  4. myosarcoom
  5. lipoom
  6. lymfosarcoom
  7. adenoom
  8. plaveiselcelcarcinoom
  9. osteosarcoom
  10. coloncarcinoom

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Diagnostiek
  • Biopt​
  • Bloedonderzoek ​
  • Beeldvormend onderzoek ​(CT, MRI, röntgen, echografie, PET scan)
- Is het kanker? ​           - Is het goedaardig of kwaadaardig? ​
- Welk type is het? ​     - Hoe ernstig is het? 

Onderzoek en behandeling zijn volgens protocol obv wetenschappelijk onderzoek. 






Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

adjuvante behandeling: een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling, (bv chemo na operatie)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Preventie
Opdracht:
  1. Maak 2 tallen
  2. Ga op zoek naar symptomen, onderzoeken of preventieve manieren, waarbij je kanker vroeg kunt opsporen. 
  3. Schrijf deze uit en vertel in je eigen woorden waarom deze manier kan helpen kanker vroeg op te sporen
timer
10:00

Slide 30 - Slide

-elk zweer die niet snel geneest (mond)
-elke langdurige blijvende heesheid, hoest (mogelijk met bloed in opgehoest slijm) en slikklachten;
-elke onverklaarbare verandering in een voorheen normaal ontlastingspatroon, bloedverlies en/of slijm;
-elke zwelling of elk knobbeltje dat pijnloos is, in bijvoorbeeld borst, zaadballen, hals, oksel, lies, 
-nieuwe of duidelijk veranderende huid, moedervlekken of wrat in vorm, omvang, kleur en/of die gaan jeuken of bloeden;
-elk ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding tussen twee menstruaties;
-elke verandering bij het plassen zoals moeilijker kunnen plassen, vaker moeten plassen, pijn bij het plassen of bloed in de urine;
-elke blijvende klacht van maag of darmen;
-elk gewichtsverlies zonder directe aanleiding.
-bevolkingsonderzoek (borstkanker, uitstrijkje, 
Preventie maatregelen:

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Preventie maatregelen
  • elk zweer die niet snel geneest (mond)
  • elke langdurige blijvende heesheid, hoest (mogelijk met bloed) en slikklachten;
  • elke onverklaarbare verandering in een ontlastingspatroon, bloedverlies en/of slijm;
  • elke zwelling of knobbeltje dat pijnloos is, in bv borst, zaadballen, hals, oksel, lies,
  • nieuwe of duidelijk veranderende huid, moedervlekken of wrat in vorm, omvang, kleur en/of die gaan jeuken of bloeden;
  • elk ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding tussen twee menstruaties;
  • elke verandering bij plassen (moeilijker of vaker plassen, pijn bij plassen of bloed in urine;
  • elke blijvende klacht van maag of darmen;
  • elk gewichtsverlies zonder directe aanleiding.
  • bevolkingsonderzoek (borstkanker, uitstrijkje, darmonderzoek)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Thieme meulenhoff
Pathologie, hoofdstuk 4 'gezwelleer'. 
Opdrachten maken

Slide 33 - Slide

This item has no instructions