Intro Massa H5

MASSACULTUUR


Introductie H5
1 / 34
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

MASSACULTUUR


Introductie H5

Slide 1 - Slide

timer
3:00
Wat weet je nog
over massacultuur?

Slide 2 - Mind map

Maatschappij na WOII

Slide 3 - Slide

Welke begrippen passen bij culturele verschijnselen in de massacultuur?
A
Herkenbaar en toegankelijk
B
Onpersoonlijk en oppervlakkig
C
Laagdrempelig, niet moeilijk of zwaar
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quiz

MASSA
MODERN

Slide 5 - Drag question

Chronologie: 19e eeuw
Industrialisatie: economische en technologische ontwikkelingen en verstedelijking
Ontstaan landen: nationalisme en verheerlijking eigen verleden en cultuur
Verandering opdrachtgevers: kerk en staat verdwijnt, galerieën en rijke industriëlen bepalen smaak, Salon, vermaak voor bourgeoisie
Vlucht uit realiteit = Romantiek: gevoel belangrijk, reactie rationalisme 18e eeuw
Weergeven harde werkelijkheid = Realisme: arbeiders als nieuwe helden, spiegel voorhouden
Weergave goede leven = Impressionisme: onderzoek naar moment weergeven in licht en kleur
Voorlopers moderne kunst = Postimpressionisten: Van Gogh (expressionisme), Cézanne (kubisme), Gauguin (symbolisme, expressionisme en abstractie)
Belangrijk voor ontwikkeling kunst: uitvinding fotografie

Slide 6 - Slide

Chronologie: Eerste helft 20e eeuw
Ontwikkelingen wetenschap, psychologie, filosofie en technologie inspiratie kunst: Freud, Nietzsche, Marx, telefonie, radio, vliegtuig, auto, film = maatschappelijk optimisme

Oorlog, politieke dreiging en economische crisis zorgen voor maatschappelijk pessimisme

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Kernconcepten Modernen
- Abstractie en verwerpen van realisme (bv. gevoel uitdrukken of formeel)
- Functionalisme (form follows function, geen versiering)
- Breuk met verleden (afzetten tegen traditie en opnieuw beginnen)
- Op zoek naar primitieve, ‘echte’ (teruggrijpen naar zuivere, pure culturen)
- Originaliteit is belangrijk (met groep gelijkgestemden ideeën uitwisselen)
- Onderzoekende, experimentele houding (nieuwe manieren kunst maken)
- Grondslagen onderzoek (wetenschappelijke benadering, essentie zoeken)
- Kunst kan de maatschappij veranderen (utopisch denken, engagement)

Slide 10 - Slide

Kernconcepten Massa
Niet één waarheid, ieder eigen waarheid (individualistisch) 
Cultuurrelativisme: vermenging en naast elkaar bestaan verschillende culturen
Anything goes (alles kan en mag)
Originaliteit hoeft niet meer: beter goed gejat dan slecht bedacht (citeren, eclectisch)
Abstractie overboord: kunst mag weer ergens op lijken om betekenis te creëren, figuratief
Geen onderscheid meer tussen hoge en lage kunst en cultuur
Bont gekleurd en decoratief, kitsch mag
Geen geloof in toekomstdoel of vooruitgangsdenken: gericht op hier en nu
Ernst maakt plaats voor ironie en dubbelzinnigheid
Streven naar verscheidenheid  (pluralisme)



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

POSTMODERNISME
MODERNISME
Op zoek naar grondslagen van elke discipline
Anything goes
Abstractie, geen verwijzing naar de werkelijkheid
Functionalisme
Grens hoge en lage kunst vervaagt
Breuk met verleden
Op zoek naar primitieve
Originaliteit hoeft niet meer
Originaliteit móet, vooruitgang en ontwikkeling
Herwaardering figuratie: mag ergens op lijken
Onderzoekende, experimentele houding
Cultuurrelativisme
Kunst wil maatschappij veranderen: utopie

Slide 29 - Drag question

WAT IS VOLGENS JOU -
JUIST NÚ - KUNST?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video