Markten en marktvormen

Markten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Markten

Slide 1 - Slide

Wat is een markt?

Slide 2 - Open question

Verschillende markten
  • Goederenmarkt
  • Dienstenmarkt
  • Arbeidsmarkt
  • Vermogensmarkt
  • Valutamarkt

    Een markt is een plaats waar vragers en aanbieders elkaar 'ontmoeten'.

Slide 3 - Slide

Sleep de markten naar de bijbehorende plaatjes
Vermogensmarkt
Goederenmarkt
Dienstenmarkt
Arbeidsmarkt
Valutamarkt

Slide 4 - Drag question

Marktvormen
Om welke marktvorm het gaat, wordt vooral bepaald door twee factoren: 

  • de aard van de producten
  • het aantal aanbieders (die deze producten willen kopen)

Slide 5 - Slide

Aanbieders
Een aanbieder is aanwezig op de markt om goederen of diensten te verkopen aan haar vragers. 

In een markt kan je één aanbieder, een beperkt aantal aanbieders of veel aanbieders hebben

Slide 6 - Slide

De vrager (afnemer)

Als jij iets wilt kopen, dan ben je aan afnemer: je vraagt of verlangt naar een product of dienst. 

In een markt kan er één afnemer zijn, een beperkt aantal afnemers of veel afnemers.

Slide 7 - Slide

Als jij naar de bioscoop gaat, is de bioscoopeigenaar dan een vrager of aanbieder?
A
Vrager
B
Aanbieder
C
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Als de bioscoopeigenaar een nieuwe film koopt bij een filmmaker, is hij dan een vrager of aanbieder?
A
Vrager
B
Aanbieder
C
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

De aard van het product

Homogene goederen zijn producten waarvan elke eenheid in de ogen van de afnemer precies hetzelfde is

Heterogene goederen zijn goederen of diensten waar je als klant verschillen in kan zien

Slide 10 - Slide

Sleep de goederen naar de juiste plek
Heterogene goederen

Homogene goederen
Elektriciteit
Frisdrank
Graan
Suiker
Auto
Geld
Melk

Slide 11 - Drag question

Toetreding tot 
de markt
De toetreding tot een markt kan vrij zijn of beperkt worden door marktbarrières. 
Voorbeelden van zulke barrières zijn:

  • patentbelemmeringen
  • vestigingseisen
  • juridische barrières

Slide 12 - Slide

Even tussendoor:
Hoe meer aanbieders er op een markt zijn...
A
...hoe groter de concurrentie is (en dus een hogere prijs voor een product).
B
...hoe kleiner de concurrentie (en een hogere prijs voor een product).
C
...hoe groter de concurrentie (en een lagere prijs voor een product).
D
...hoe kleiner de concurrentie (en een lagere prijs voor een product)

Slide 13 - Quiz

Marktvormen
Als je weet hoeveel aanbieders en vragers er zijn, en welke aard het product heeft (homogeen/heterogeen) kan je de marktvorm bepalen:

  • Volkomen concurrentie
  • Monopolie
  • Oligopolie
  • Monopolistische concurrentie

Slide 14 - Slide

Volkomen concurrentie
In een volkomen concurrentie zijn veel vragers en aanbieders. Het is een homogeen product. De prijs is al bepaald door de hoeveelheid aanbieders en hoeveelheid vragers. In mijn eentje naar een andere aanbieder stappen, verandert de prijs niet. 

Slide 15 - Slide

Monopolie
Bij een monopolie zijn er veel vragers en is er maar één aanbieder. Logischerwijs een homogeen goed.  

De prijs is meestal hoog, want er is geen concurrentie. 

Slide 16 - Slide

Waarom heeft de NS (Nederlandse Spoorwegen) een monopolie in Nederland?

Slide 17 - Open question

Oligopolie
Een oligopolie heeft veel vragers en weinig/beperkt aantal aanbieders. Veel producten die je kent zijn producten van een oliopolist. De bedrijven houden elkaar in de gaten: als een grote concurrent de prijs verlaagt, kan jij als bedrijf niet 200 euro duurder zijn.

Producten kunnen homogeen of heterogeen zijn.

Soms is er ook sprake van kartels tussen bedrijven.

Slide 18 - Slide

Bij welke producten kan de marktvorm oligopolie ontstaan?
A
Benzine
B
Mobiele telefoons
C
Cola
D
Vliegreizen

Slide 19 - Quiz

Monopolistische concurrentie

Lijkt op een volkomen concurrentie. Maar hier is het een heterogeen goed. Marketing en reclame zijn belangrijk om een aandeel in het markt te krijgen. 

Slide 20 - Slide

Kenmerken en voorbeelden

Lijkt op een volkomen concurrentie. Maar hier is het een heterogeen goed. Marketing en reclame zijn belangrijk om een aandeel in het markt te krijgen. 

Slide 21 - Slide

Volkomen concurrentie

  • Veel aanbieders
  • Veel vragers
  • Homogeen product

Voorbeeld:
aandelen van een bedrijf,
valutamarkt

Slide 22 - Slide

Monopolie
  • Eén aanbieder
  • Veel vragers
  • Homogeen product
  • Mogelijkheid tot kartels

Voorbeeld:
De NS

Slide 23 - Slide

Oligopolie


  • Enkele aanbieders
  • Veel vragers
  • Homogeen of heterogeen product

Voorbeeld:
Supermarkten, benzine, vliegtuigmaatschappij

Slide 24 - Slide

Monopolistische concurrentie

  • Veel aanbieders
  • Veel vragers
  • Heterogeen product

Voorbeeld: 
Auto's, kleding, restaurants in een grote stad 

Slide 25 - Slide

Welke marktvormen
ken je?

Slide 26 - Mind map

Wat begrijp je nog niet helemaal?

Slide 27 - Open question