H1, revision

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welcome!

Schedule

Last lesson:

Finished Unit 1

This lesson:

Grammar revision

Get ready for the test!

Grammar revision

- Present simple

- Present continuous

- Vergelijkingen

- Voorzetsels van plaats

- Versterkende bijwoorden

Wat ga je doen?

Optie 1: Proeftoets en als ik klaar ben ga ik leren voor de toets.

Optie 2: Meedoen met de uitleg in de lesson up.

Wat is het verschil tussen de present simple en present continuous?

Present simple

Normale zin =>    Hele werkwoord (+s)

                                    +s alleen bij de SHIT regel (she/he/it)

Ontkennende => Do/Does + not + hele werkwoord

Vragende zin =>  Do/Does + hele werkwoord

She walks to school                                                  Hele werkwoord => (to walk)

She does not walk to school

Does she walk to school?

Jennifer always ...... (to wear) black

Erin ........ (not, to like) horses.

My brother and I sometimes ..... (to fight)

Palm trees .......... (not, to grow) in a cold climate.

Any questions?

Present continuous

Normale/vragende zin => Am/Are/Is + hele werkwoord + ing

Ontkennende zin => Am/Are/Is + not + hele werkwoord + ing

She is walking to school.

She is not walking to school.

Is she walking to school?

We ....... (to plan) a trip to france.

Where are my sisters? They .......... (to play) a game of tennis in the garden.

I ........... (not, to enjoy) this movie at all. Can we watch something else?

I can't fall asleep because it ........ (to storm) like crazy.

Any questions?

Wat is het verschil tussen de vergrotende en overtreffende trap?

Vergelijkingen

vergelijkingen

good - better - best

bad - worse - worst

little - less - least

far - further - furthest

jij bent net zo slim als je broer

You are as clever as your brother

This engine is ............... (powerful) the last one.

This film was ........ (scary) yesterday's film.

That is .................. (interesting) film ever.

That is .......... (tall) buidling in town.

Any questions?

Versterkende bijwoorden

absolutely --> absoluut

extremely --> enorm

quite --> redelijk, nogal

really --> echt

so --> zo

too --> te

very --> erg

Kastwoorden

above --> boven

under --> onder

behind --> achter

in front of --> voor

around --> om, rond

between --> tussen

near --> bij, in de buurt van

Conclusion

This lesson:

Revision Grammar Unit 1

You are totally prepared for the test!

Next lesson:

Test Unit 1

WWW.bsot.nl

Docent code: UIP-889

Klas: 3p2

beantwoord de vragen over wat jullie van mij vinden als jullie docent!

Finished? werkblad present simple