§2.2 Waarom zou je sparen?

§2.2 Waarom zou je sparen?
2 Mavo
'22-'23

Pak alvast je spullen
                                   


1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.2 Waarom zou je sparen?
2 Mavo
'22-'23

Pak alvast je spullen
                                   


Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Doelen (1")
2. Herhaling & opgaven §2.1 (15")
3. Uitleg §2.2 (10")
4. Maken opgaven §2.2 (15")
5. Herhaling & Afsluiting (5")

Slide 2 - Slide

Doelen vandaag
  • Je weet welke drie redenen je kunt hebben om te sparen  
  • Je weet wat rente is
  • Je kunt rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt
  • Je weet wat de geldfuncties zijn

Slide 3 - Slide

Herhalen begrippen 2.1 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Geldfuncties

Slide 6 - Slide

spaarmotieven/ redenen om te sparen

Slide 7 - Slide

Rente
Rente is een vergoeding over geld

>>> Als je geld spaart of uitleent ontvang je rente over dat bedrag

>>> Als je zelf geld leent betaal je vaak rente over dat bedrag

Slide 8 - Slide

Rente berekenen
Formule:

Rentebedrag = percentage/100 * spaarbedrag

Voorbeeld: 
Je hebt een spaarrekening met €240, je krijgt 1,5% rente per jaar. Na een jaar krijg je dus:
1,5/100 * 240 = 3,60 rente

Slide 9 - Slide

Oefening rente
A) Je hebt €304 op een spaarrekening gezet. Het rentepercentage op deze rekening bedraagt 2,7% per jaar. Welk bedrag heb je na een jaar op je rekening staan?

B) +opdracht Je hebt €250 op je spaarrekening gezet. Het rentepercentage op deze rekening bedraagt 2,7% per jaar. Welk bedrag heb je na twee jaar op je rekening staan? 

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Doen: Maken portfolio onderdeel 2

Vragen? Zacht overleggen met buurman, vinger opsteken

Klaar? 

Portfolio: Opdrachten Sparen

Slide 11 - Slide

Herhaling
Wat weet je over....
  • Geldfuncties
  • Spaardoelen
  • Rente
  • Berekening rente

Slide 12 - Slide

Huiswerk volgende les
Maken: Maken §2.2: 15, 16, 18, 19, 22, 24, 25
Lezen: §2.3
Leren: -
Overige: - 

Slide 13 - Slide

Welk soort geld herken je?

1. Sofie betaalt bij de kassa van de AH met haar pinpas.
2. Sem betaalt bij de kassa van de AH met een biljet van € 20
timer
0:30
A
Beide chartaal
B
Beide giraal
C
1= chartaal 2= giraal
D
1= giraal 2= chartaal

Slide 14 - Quiz

Sofian rekent bij de kassa af met zijn mobiel. Hier is sprake van...
timer
0:30
A
Chartaal geld
B
Giraal geld

Slide 15 - Quiz

Joost wast de auto van Stijn. Stijn maakt daarom een vensterbank voor Joost.
timer
0:30
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 16 - Quiz

Welk voorbeeld is GEEN voorbeeld van directe ruil?
timer
0:30
A
banaan voor een pen
B
banaan voor geld
C
pen voor een appel
D
appel voor een banaan

Slide 17 - Quiz

Oud saldo €75. Oma maakt € 10 naar jou over. Je koopt broodjes (€ 5) en pennen (€ 3). Wat is het nieuwe saldo?
timer
0:30

Slide 18 - Open question

Geldfuncties
3 Geldfuncties:
  1. Ruilmiddel
  2. Spaarmiddel
  3. Rekenmiddel

Slide 19 - Slide

Waarom sparen?
  • Doel 
  • Voorzorg
  • Rente

Slide 20 - Slide