Bs. 5.5 aanpassingen bij planten

Bs. 5.5 Aanpassingen bij planten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bs. 5.5 Aanpassingen bij planten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
5.5.1 Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het water.
5.5.2 Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het licht.

Slide 2 - Slide

Bladeren in een vochtige omgeving
 Planten die in een vochtige omgeving leven, hebben aanpassingen:
  • Grote, dunne bladeren
  • Een dunne waslaag
  • Veel huidmondjes, dicht aan de oppervlakte
Een voorbeeld van een vochtige omgeving is het tropisch regenwoud

Slide 3 - Slide

 Planten in het regenwoud met grote bladeren

Slide 4 - Slide

Bladeren van waterlelies drijven op het water
Luchtkanalen 

Slide 5 - Slide

WATERPEST Geen huidmondje.
alles met de blad opgenomen 

Slide 6 - Slide

Bladeren in een droge omgeving
In een droge omgeving, bijvoorbeeld een woestijn, kan een plant gemakkelijk uitdrogen. Planten die in een droge omgeving groeien, hebben daarom aanpassingen aan hun bladeren:
• bladeren met een klein oppervlak
• een dik waslaagje
• behaarde bladeren en stengel

Slide 7 - Slide

Aanpassingen tegen te sterke verdamping
(Droge omgeving)

Slide 8 - Slide

Een vetplant slaat water op in de bladeren.
Een cactus slaat water op in de stengel.

Slide 9 - Slide

Lupine heeft behaarde bladeren.

Slide 10 - Slide

Bomen in de winter
In de winter is het water in de grond bevroren of regent het lange tijd niet. 
De bomen kunnen dan minder water opnemen. 
Daarom laten loofbomen in de herfst hun bladeren vallen. .

Slide 11 - Slide

Planten hebben licht nodig!
Planten doen aan fotosynthese.
Er zijn zon- en schaduwplanten.

Schaduwplanten bloeien vroeg in voorjaar-> geen bladeren aan bomen

Slide 12 - Slide

Klimplanten

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Bs. 6.6 Aanpassingen bij planten
maak opdracht 1 ,2,4,5,7

Slide 14 - Slide