SPQR 1-3 naamval, getal, geslacht

Naamval, getal en geslacht
Oefenen met benoemen en vertalen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Naamval, getal en geslacht
Oefenen met benoemen en vertalen

Slide 1 - Slide

In welke naamval staat het woord? Sleep naar het juiste vak. Er kunnen meer woorden in 1 vak komen, of juist helemaal geen!
nom.
gen.
dat.
acc.
abl.
servos
templorum
deus
patribus
feminam

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Sleep alle functies en vertalingen naar de naamval waar ze bij horen.
nominativus
dativus
accusativus
ablativus
Onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
vertalen met 'aan/voor' 
vertalen met 'met/door/in'
Naamwoordelijk deel
Dativus object
Na een voorzetsel

Slide 4 - Drag question

militibus gaat volgens...
A
femina
B
servus
C
rex
D
nomen

Slide 5 - Quiz

militibus staat in de...
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 6 - Quiz

militibus is...
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 7 - Quiz

militibus vertaal je als
A
van de soldaten
B
de soldaten
C
aan de soldaten
D
met de soldaten

Slide 8 - Quiz

fluminis gaat volgens...
A
femina
B
donum
C
rex
D
nomen

Slide 9 - Quiz

fluminis staat in de...
A
nominitivus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 10 - Quiz

fluminis is...
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 11 - Quiz

fluminis vertaal je als...
A
de rivier
B
van de rivier
C
voor de rivier
D
door de rivier

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Welke leertechniek voor de rijtjes vind jij het fijnst?
ik maak er een liedje van
ik zeg het rijtje heel vaak hardop
ik maak in mijn hoofd een Romeinse kamer
ik maak er een verhaaltje van
ik schrijf het rijtje heel vaak op
ik gebruik een andere leertechniek
ik gebruik eigenlijk geen leertechniek

Slide 14 - Poll