Extra uitleg verbo tener + adjetivos

Hoe zat het ook alweer met het werkwoord tener? Pág. 29 TB
Pág. 29
  • In het Nederlands is het het werkwoord hebben
  • Onregelmatig werkwoord
  • Let op!: Je gebruikt het ook bij leeftijd 
(yo) tengo
(tú) tienes
(él/ella/usd) tiene
(nosotros) tenemos
(vosotros) tenéis
(ellos/ellas/udsd) tienen
We gaan zo even oefenen -> 
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe zat het ook alweer met het werkwoord tener? Pág. 29 TB
Pág. 29
  • In het Nederlands is het het werkwoord hebben
  • Onregelmatig werkwoord
  • Let op!: Je gebruikt het ook bij leeftijd 
(yo) tengo
(tú) tienes
(él/ella/usd) tiene
(nosotros) tenemos
(vosotros) tenéis
(ellos/ellas/udsd) tienen
We gaan zo even oefenen -> 

Slide 1 - Slide

Yo ... dos hermanos
A
tienes
B
tienen
C
tenemos
D
tengo

Slide 2 - Quiz

¿Cuántos años ... los niños?
A
tienen
B
tiene
C
tenéis
D
tenemos

Slide 3 - Quiz

Mi madre ... dos padres
A
tienen
B
tengo
C
tiene
D
tenemos

Slide 4 - Quiz

Ella ... un gato
A
tienen
B
tiene
C
tengo
D
tenéis

Slide 5 - Quiz

Nosotros ... una abuela en España
A
tiene
B
tienes
C
tenemos
D
tengo

Slide 6 - Quiz

¿Vosotros ... hermanos?
A
tenéis
B
tiene
C
tengo
D
tenemos

Slide 7 - Quiz

Hoe zat het ook alweer met het bijvoeglijk naamwoord? Pág. 32 TB
Pág. 32
  • Het bijvoeglijk naamwoord beschrijft mensen of dingen.
  • Eindigend op een -o mannelijk, eindigend op -a vrouwelijk.
  • Meervoud krijgt -s
  • Andere bijvoorbeeld eindigend op -e krijgt -s en op -l krijgt -es
Una falda rosa
Dos vestidos naranja
Los pantalones azules
La casa nueva
El chico bonito
We gaan zo even oefenen -> 

Slide 8 - Slide

Una mujer muy ...
A
elegante
B
elegantos
C
eleganta
D
elegantes

Slide 9 - Quiz

Una camisa ...
A
negros
B
negra
C
negro
D
negras

Slide 10 - Quiz

dos faldas ...
A
rosas
B
roses
C
rose
D
rosa

Slide 11 - Quiz

El coche ...
A
nuevos
B
nueva
C
nuevo
D
nuevas

Slide 12 - Quiz

Unos pantalones ...
A
marrón
B
marrén
C
marrones
D
marranes

Slide 13 - Quiz

Tengo una casa ...
A
bonita
B
bonitas
C
bonitos
D
bonito

Slide 14 - Quiz