Rekenen aan mengsel vwo 3

Een mengsel
A
is een stof met verschillende atomen
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen
C
bestaat uit meerdere mengsels
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Een mengsel
A
is een stof met verschillende atomen
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen
C
bestaat uit meerdere mengsels

Slide 1 - Quiz

Koppel de juiste eigenschappen bij de juiste scheidingsmethoden
Extraheren
Adsorptie
Indampen
aanhechtingsvermogen
kookpunt
oplosbaarheid 

Slide 2 - Drag question

Welke scheidingsmethoden kun je NIET gebruiken bij een oplossing?
A
Destilleren
B
Filtreren
C
Indampen
D
Deze kun je allen niet gebruiken

Slide 3 - Quiz

Waarop berust de Scheidingsmethoden filtreren?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 4 - Quiz

De blauwe kleurstof in brandspiritus kun je verwijderen met actieve kool. Vervolgens is nog een stap nodig om de verontreinigde actieve kool te verwijderen.
Welke scheidingsmethoden zijn gebruikt om kleurloze brandspiritus te verkrijgen?
A
alleen adsorberen
B
alleen filteren
C
eerst adsorberen , daarna filteren
D
eerst extraheren, daarna filteren.

Slide 5 - Quiz

Adsorberen en extraheren zijn twee scheidingsmethoden. Welke van deze methoden wordt toegepast bij de twee hieronder beschreven processen?
Proces 1: gifgas uit de lucht halen met een gasmasker
Proces 2: Bruikbare geurstoffen halen uit rozenblaadjes

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

Nienke wil het ontstane mengsel in buis 4 scheiden. Welke  scheidingsmethoden zijn geschikt?
NIET geschikt
Geschikt
extraheren
filtreren
bezinken en afgieten
centrifugeren
indampen

Slide 7 - Drag question

concentratie berekenen
  • de concentratie is altijd een deel van de stof vergeleken met het geheel


  • of concentratie = deel/geheel
  • altijd in g/L, g /mL of afgeleide eenheden daarvan

Slide 8 - Slide

voorbeeld: 20 g suiker in 32 mL thee
Bereken de concentratie suiker in de thee.
Massa = 20g
Volume = 32 mL
Concentratie = 20 : 32 
Concentratie = 0,63 g/mL


Slide 9 - Slide

Bereken de concentratie in g/L
in 100ml water is 5,3 g zout opgelost

schrijf de berekening in je schrift en upload een foto daarvan.

Slide 10 - Open question

voorbeeld: Hoeveel suiker in 50ml thee met concentratie suiker = 2,1 mg/mL
Bereken de massa suiker in gram in de thee.
Massa = ? g
Volume = 50 mL
Concentratie = 2,1 mg/mL 
2,1 = massa : 50
massa = 2,1 * 50 = 105 mg        LET OP! dit is in mg, dus nog 
massa = 0,11 g                                 omzetten naar gram.



Slide 11 - Slide

Bereken het volume in L.
Een mengsel met een concentratie 45 mg/ml bevat 32 g opgeloste stof
schrijf de berekening in je schrift en upload een foto daarvan.

Slide 12 - Open question

Massa procent
Massa% (massaprocent)
is het % van de totale massa

Procenten:



procent=(Totaal)(Deel)100procent

Slide 13 - Slide

32 g van een mengsel bestaat uit stof A. De totale massa van het mengsel is 145 g.
Bereken het massa% stof A in het mengsel
A
0,22%
B
22%
C
4,5%
D
4,6%

Slide 14 - Quiz

Volume procent
Volume% (Volumeprocent)
is het % van het totale volume




Slide 15 - Slide

lucht bevat 21% zuurstof. Bereken hoeveel L zuurstof er in 578 L lucht zit
A
27,5 L
B
12.138 L
C
121,4 L
D
3,6 L

Slide 16 - Quiz

Massapercentage
Concentratie in g/L
Volumepercentage
(Volume opgeloste stof : volume oplossing) x 100
Massa opgeloste stof : volume oplossing
(Massa opgeloste stof : massa oplossing) x 100

Slide 17 - Drag question