Algebra en rekenen

Intro
In dit blok gaan we rekenen met breuken en letters. Als je straks in de bovenbouw van het havo zit, ga je merken dat je dit bij veel onderwerpen moet toepassen. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Intro
In dit blok gaan we rekenen met breuken en letters. Als je straks in de bovenbouw van het havo zit, ga je merken dat je dit bij veel onderwerpen moet toepassen. 

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?  
- hoe je de antwoorden van lastige rekensommen vindt, met de juiste volgorde van rekenen;  
- rekenen met eenvoudige en moeilijkere breuken;  
- rekenen met letters en haakjes;  
- rekenen met kwadratische veeltermen, bijvoorbeeld (y + 7)2.  

  
Veel succes!!  

Slide 2 - Slide

Tips!!  
  
  
Rekenregels:  

    + x + = +                  + : + = +                         + x - = -                   + : -  = -         - x + = -                   -  : + = -                         - x - = +                   - :  - = +   
   en (negatief getal)even getal   = +, dus ( -3)4 = -3 x -3 x -3 x -3 = 81  
       (negatief getal)oneven getal  = -, dus ( -3)3 = -3 x -3 x -3 = -27  
  

Slide 3 - Slide

Tips
1. Je mag een teller en een noemer van een breuk vermenigvuldigen of delen met hetzelfde getal
2.  Bij het vermenigvuldigen van twee of meer breuken moet je telkens de tellers met elkaar en de noemers met elkaar vermenigvuldigen
3. Voor het delen door een breuk geldt de volgende regel: delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van die breuk.
4. Gelijknamige breuken zijn breuken met gelijke noemers. Alleen gelijknamige breuken mag je optellen en aftrekken.

Op de volgende slide staat een link met extra informatie en oefeningen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

2p-4p
A
-8p
B
-2p
C
2p
D
6p

Slide 8 - Quiz

-xy+4xy
A
3xy
B
-3xy
C
5xy
D
3(xy)

Slide 9 - Quiz

-2x + 7 + 3x - 4
A
5x + 3
B
-5x + 11
C
x + 3
D
-x + 3

Slide 10 - Quiz

-4r - (1 - 3r)
A
-1 - 7r
B
-1 -r
C
1 + r
D
1 - r

Slide 11 - Quiz

1. Vul in (substitueer) in de volgende opgave a = 4, b = -3, 
c = 1 en reken uit:  
a) -4a + 3b - c  
b) a2 - b2 + 3c  
c) abc  
d) 7a2b + 4ab2 + 3c2  

2. Herleid:  
a) (a + 5)2  
b) x (x + 2)  
c) ( -3z)2  
d) (p + 4) (p - 4)  
e) (a - 5) (b + 3)  
f) (3 + p)2  

3. Herleid:  
a) (3x - 2y) (4x + 3y) - 2x (2x - y)  
b) (4p)2 + (4 + p)2 - p (p - 4)  
c) (4a + 3) (4a - 3) + 4 (a + 3) (a - 3)  
  

4. Bereken:  
a) 2p - 4p  
b) 3a2 + 4a + 2a2  
c) -xy + 4xy  
d) 8a + 4b  
e) 2x2 - 3x2  
f) 11m2n2 - 7 m2n2  
  
5. Bereken:  
a) -2x + 7 + 3x - 4   
b) 3a - 4b - 4a + 5b  
c) -p - p - p + 3q - p  
d) -4r - (1 - 3r)  
e) 3a - 3b + 4c - 5a + 6b - 7c  
f) 4 - 5a - 2a - 4  
  

Slide 12 - Slide