H5 ATP - Energie

Begin taak
Bedenk (samen) en noteer de antwoorden op de volgende vragen:

Wat is een ATP-molecuul?
Wat is het verschil tussen een ATP en een ADP-molecuul?
Wat is het nut van ATP-moleculen in het lichaam? 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Begin taak
Bedenk (samen) en noteer de antwoorden op de volgende vragen:

Wat is een ATP-molecuul?
Wat is het verschil tussen een ATP en een ADP-molecuul?
Wat is het nut van ATP-moleculen in het lichaam? 

Slide 1 - Slide

Stofwisseling

Assimilatie
alle OPBOUW reacties

Dissimilatie
alle AFBRAAK reacties

Slide 2 - Slide

Energie huishouding

Opbouw en afbraak van ATP-moleculen
(Assimilatie en Dissimilatie)

Slide 3 - Slide

Dissimilatie ---> afbraak van ATP (3) naar ADP (2)
opbouw van ATP (3) uit ADP (2)   <---   Assimilatie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Assimilatie proces
FOTOSYTHESE
kost energie

Koolstofdioxide + Water + Energie ----> Glucose + Zuurstof


Slide 6 - Slide

Dissimilatie proces
VERBRANDING
energie komt vrij

Glucose + Zuurstof ----> Koolstofdioxide + Water + Energie

Slide 7 - Slide

Enzymwerking (o.i.v. de temperatuur)
Lezen theorie over enzymen (blad 1)
Invullen opdracht 1 (blad 2) "Enzymwerking" (gebruik blad 3 --> terug)
Nakijken opdracht 1 (blad 4 --> terug)
Indien nodig --> Uitleg van docent volgen/vragen stellen

Maken opdracht 2 (blad 5): "Optimumcurve - enzymwerking"
Nakijken opdracht 2 (blad 6 --> terug)
Indien nodig --> Uitleg van docent volgen/vragen stellen

Slide 8 - Slide

Welke stof is organisch?
A
glucose
B
water
C
ijzer
D
koolstofdioxide

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een organische stof?
A
Ze bevatten C/H/O-atomen
B
Het zijn relatief kleine moleculen
C
Ze worden gemaakt door organismen
D
Het zijn relatief grote moleculen

Slide 10 - Quiz

Welke van onderstaande antwoorden hebben betrekking op
an-organische stoffen?
A
Ze bestaan uit C/H/O-atomen
B
Ze komen uit de levenloze natuur
C
Het zijn relatief grote moleculen
D
CO2 is een organisch molecuul

Slide 11 - Quiz

Welke van onderstaande moleculen zijn an-organisch?
A
Eiwitten
B
ijzer
C
Keukenzout (NaCl)
D
Glucose

Slide 12 - Quiz

Welke van onderstaande moleculen
zijn organisch?
A
Koolhydraten
B
Aminozuren (bouwstenen eiwitten)
C
Mineralen
D
Vitamines

Slide 13 - Quiz

Vul in:

.......... + zuurstof --> Energie + water+ koolstofdioxide
A
melkzuur
B
fotosynthese
C
verbranding
D
glucose

Slide 14 - Quiz

Welk van deze organismen is autotroof?
A
gorilla
B
goudvis
C
geranium
D
gierzwaluw

Slide 15 - Quiz