This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Er zijn verschillende soorten werkwoorden:
1. Zelfstandig werkwoord (zww)
- Belangrijkste werkwoord in de zin
- Heb je maar één werkwoord? Dan is dit sowieso een zww.
- Heb je meerdere werkwoorden? Dan is vaak het laatste werkwoord van de zin het zww.
2. Hulpwerkwoord (hww)
Heb je meer werkwoorden in de zin? Dan is er één werkwoord het zww en zijn alle andere werkwoorden hww.
3. Koppelwerkwoord (kww)
Komt alleen voor in een naamwoordelijk gezegde.
In een samengestelde zin kunnen naast de persoonsvormen nog andere werkwoordsvormen staan.
De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met een voegwoord zoals en, want en maar staan de persoonsvormen en de onderwerpen naast elkaar.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.